Naar boven ↑

Update

Nummer 28, 2023
Uitspraken van 06-07-2023 tot 11-07-2023
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Internetconsulatie Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten
Maandag is (o.m.) het voorstel Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten in internetconsultatie gegaan. We mogen alvast oefenen met de verschillende varianten van oproepovereenkomsten in artikel 7:628a (studenten/leerlingen), 7:628aa (o.a. jaarurencontracten en sanctie op nuluren), 7:628ab (basiscontract min-max) en 7:628ac BW (restcategorie).

Ook blijkt uit de wijzigingen van artikel 7:668a BW (ketenregeling) dat niet alleen de doorbrekingstermijn van 6 maanden naar 60 maanden gaat, maar ook dat de afwijking (verruiming) bij cao (lid 5) komt te vervallen. Dit laatste zal gevolgen hebben voor veel cao-bepalingen.

Voor de uitzendovereenkomsten geldt een beperking van het fasesysteem en een aanscherping van artikel 8 Waadi. In de toelichting bij artikel 8 Waadi wordt een voorrangsregel bij botsende cao’s in geval van uitlening geregeld, waarbij de cao van de uitlener voorrang (b)lijkt te genieten. Kortom, genoeg stof tot nadenken en verlichte vakantielectuur.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: verduidelijkt rekenmethode schadeplichtige opzegging ex artikel 7:677 lid 2 jo. lid 3 BW
In AR 2023-0819 staat de vraag centraal welke opzegtermijn moet worden gehanteerd bij de berekening van de onregelmatigeopzeggingsvergoeding ex artikel 7:677 lid 2 jo. lid 3 BW. Op grond van artikel 7:677 lid 2 BW is de partij die door opzet of schuld aan de andere partij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Als het, zoals in dit geval, gaat om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, bepaalt artikel 7:677 lid 3 onder a BW dat de vergoeding gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. Aangenomen moet worden dat de vergoeding strekt ter compensatie van het nadeel dat de wederpartij van de veroorzaker van de dringende reden lijdt, doordat zij wordt geconfronteerd met een eerder einde van de arbeidsovereenkomst dan het geval zou zijn geweest bij opzegging met inachtneming van de geldende opzegtermijn door de partij die aan haar wederpartij een dringende reden voor ontslag op staande voet heeft gegeven. Voor de hoogte van de vergoeding is daarom beslissend de opzegtermijn die geldt voor de partij die de dringende reden geeft. De rechter dient dit ambtshalve te toetsen.

HR: het (niet langer) voortbestaan van een arbeidsovereenkomst na voortzetting in de vorm van een managementovereenkomst
In AR 2023-0846 oordeelt de Hoge Raad over de vraag of bij het omzetten van de werkrelatie in een management-bv-constructie, de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. De werker wees onder meer op de omstandigheid dat tijdens ziekte de beloning is doorbetaald en bovendien de inlenende partij haar arbodienst heeft ingeschakeld. Deze omstandigheden duiden op het (voort)bestaan van een arbeidsovereenkomst. De feitenrechters en de A-G oordelen anders. Uit de doorbetaling van beloning (op basis van facturen) en het inschakelen van een eigen arbodienst, volgt nog niet dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Nu partijen bewust de relatie hebben omgevormd van arbeidsovereenkomst in een management-bv-constructie, moet de eerdere arbeidsovereenkomst als beëindigd worden beschouwd.

Ktr: Klokkenluiders die vermoeden van misstand aanbestedingsregels melden, worden benadeeld
In AR 2023-0826 oordeelt de kantonrechter dat uit onderzoek van het Huis van Klokkenluiders volgt dat werknemers hun melding intern op correcte wijze hebben gedaan, dat werknemers zijn benadeeld door Vattenfall en dat deze benadeling (boventalligverklaring) het gevolg is geweest van de door hen gedane melding. In geschil is hoe het carrièreverloop van werknemers zou zijn geweest indien zij niet boventallig zouden zijn verklaard en Vattenfall geen ontslagvergunning van het UWV zou hebben aangevraagd. De rechter benoemt een arbeidsdeskundige.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank