Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2024
Uitspraken van 22-02-2024 tot 28-02-2024
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Uitleg ‘bezoldiging’ als ‘essentiële arbeidsvoorwaarden’ in de zin van de Uitzendrichtlijn gelijk aan beloning artikel 157 lid 2 VWEU
In AR 2024-0265 oordeelt het Hof van Justitie EU dat ‘bezoldiging’ in de zin van artikel 3 lid 1 onder f sub ii Uitzendrichtlijn op gelijke wijze als beloning in de zin van artikel 157 lid 2 VWEU moet worden uitgelegd: het gewone basis- of minimumloon of -salaris en alle overige voordelen in geld of in natura die de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking direct of indirect van de werkgever ontvangt. Uit vaste rechtspraak volgt dat dit begrip ruim moet worden uitgelegd en met name alle huidige of toekomstige voordelen in geld of in natura omvat, mits deze, zij het ook indirect, door de werkgever aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking worden toegekend, ongeacht of dit op basis van een arbeidsovereenkomst, uit hoofde van wettelijke bepalingen dan wel vrijwillig gebeurt. In casu betekent dit dat het uitzendbureau de (aanvullende) arbeidsongeschiktheidsuitkering zoals die volgt uit de cao van de inlener ook verschuldigd is aan de eigen uitzendkracht, ondanks het bestaan van een eigen cao. In het TimePartner-arrest (AR 2022-1418) is immers bepaald dat afwijking van het gelijkebeloningsbeginsel is toegestaan bij cao, mits werknemer een dergelijke algemene bescherming kan waarborgen door hem met betrekking tot de essentiële arbeidsvoorwaarden compenserende voordelen toe te kennen die de effecten van het verschil in behandeling kunnen ondervangen.

Non-discriminatiebeginsel bepaaldetijdsrichtlijn werkt direct door in particuliere rechtsverhouding op grond van artikel 47 Handvest
In AR 2024-0262 oordeelt het Hof van Justitie EU dat onder omstandigheden artikel 47 Handvest (doeltreffende voorziening in rechte) de nationale rechter bij wie een geding tussen particulieren aanhangig is, verplicht, wanneer hij het toepasselijke nationale recht niet in overeenstemming met clausule 4 Richtlijn Bepaalde tijd (gelijke behandeling vast-tijdelijk) kan uitleggen, binnen het kader van zijn bevoegdheden de rechtsbescherming te verzekeren die voor de justitiabelen uit artikel 47 van het Handvest voortvloeit en om de volle werking van die bepaling te waarborgen door – voor zover nodig – elke daarmee strijdige nationale bepaling buiten toepassing te laten. In casu ging het om een Poolse regeling die bij een opzegging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst geen verklaring van de ontslagreden verplicht stelde, terwijl dit voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wel het geval was. Door het ontbreken van de ontslagredenverklaring was het voor werknemers aanmerkelijk moeilijk(er) het ontslag aan te vechten. Naar het oordeel van het Hof kan deze schending van clausule 4 Richtlijn tussen particulieren worden ingeroepen.

Raadpleging-WMCO ontstaat vanaf moment voornemen tot ontslag en niet op tijdstip waarop zekerheid over het aantal daadwerkelijke ontslagen is vastgesteld
In AR 2024-0284 oordeelt het Hof van Justitie EU dat een werkgever die een deel van zijn hotels afstoot aan een derde partij, waarna vervolgens negen werknemers vrijwillig in dienst treden bij deze derde partij, wist of had moeten voorzien dat deze overdracht tot een reductie van eigen personeel zou leiden. Daarom tellen deze vrijwillige ontslagen mee voor het getalscriterium van de Richtlijn Collectief ontslag, voor het ontslag van werknemers een maand later bij de werkgever. De raadplegingsprocedure moet immers aanvangen op een moment dat er een voornemen tot ontslag is en niet pas op het moment dat het ontslag wordt geeffectueerd.

Werkneemster heeft duidelijk en ondubbelzinnig opgezegd per e-mail (en daarnaar gehandeld door vertrek op LinkedIn aan te kondigen), ondanks voorstel van werkgever tot sluiten VSO
In AR 2024-0283 oordeelt de kantonrechter over de vraag of sprake is van een opzegging door de werkneemster. Werkneemster zegt per e-mail de arbeidsovereenkomst op. Werkgever vraagt bij herhaling om hierover in gesprek te gaan en toont zich bereid een vso te sluiten om WW-rechten veilig te stellen. Werkneemster gaat hier niet op in en bericht op LinkedIn haar vertrek. Uit deze omstandigheden mocht werkgever de verklaring van werkneemster begrijpen als opzegging. Geen sprake van een wilsgebrek. De omstandigheid dat werkgever een vso aanbiedt, moet worden gezien als een handeling om de gevolgen van de ontslagname door werkneemster te verzachten, maar neemt de opzeggingshandeling zelf niet weg.

Te veel Old Amsterdam-kaas, Spa Reine en € 1.000 aan uitgaven in erotisch centrum ten laste van werkgever, rechtvaardigen ontslag op staande voet bestuurder. Gefixeerde schadevergoeding mag werkgever verrekenen met vorderingen op werknemer zonder gang naar de rechter binnen twee maanden, artikel 7:686a BW
In AR 2024-0282 oordeelt de rechtbank dat het ontslag op staande voet van bestuurder terecht is verleend. Het houden van privéfeesten in het bedrijfspand, het inhuren van de partner van bestuurder zonder toestemming van de RvT en diverse privébestedingen zoals veel Old Amsterdam-kaas en een forse besteding in een erotisch centrum te Oostenrijk rechtvaardigen het ontslag. De rechtbank is van oordeel dat van een werkgever die aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding en daartoe binnen de vervaltermijn van twee maanden een bedrag in rekening brengt aan de werknemer en dat bedrag verrekent met een vordering van de werknemer, niet kan worden verlangd om binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd een verzoek tot toekenning van deze vergoeding in te dienen. Dat zou leiden tot het voeren van onnodige procedures.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank