Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
HR: aanvang verjaringstermijn vordering pensioenfonds afhankelijk van opeisbaarheid vordering op grond van artikel 26 Pw (uiterste betaaltermijn)
In AR 2025-0372 oordeelt de Hoge Raad over de vraag wanneer de verjaringstermijn aanvangt bij een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op de werkgever. De Hoge Raad overweegt dat op deze vorderingen artikel 3:308 BW (vijf jaar verjaringstermijn) van toepassing is. De verjaring start op de dag nadat de vordering opeisbaar is. Volgens de Hoge Raad stelt artikel 26 Pensioenwet uiterste betaalmomenten vast. Dit is ook het moment waarop de vordering opeisbaar wordt en de verjaringstermijn aanvangt. Voor een langere periode dan vijf jaar is slechts ruimte indien de werkgever opzettelijk het bestaan van de premievordering of de opeisbaarheid daarvan voor het bedrijfstakpensioenfonds verborgen heeft gehouden.
A-G: permanente uitzending (dertien jaar) is in strijd met vereiste van tijdelijkheid
In ECLI:NL:PHR:2025:356 concludeert A-G De Bock dat het Hof Den Haag onvoldoende onderbouwing heeft gegeven in de Upfield Sourcing-zaak waarom dertien jaar achtereenvolgens gebruik te maken van dezelfde inleenkracht, niet meer is dan tijdelijke noodzakelijkheid (en dus geen misbruik van uitzendkrachten oplevert). De behoefte aan steeds een flexibele kracht (manusje van alles) is onvoldoende. De A-G schetst de achtergrond van de Uitzendrichtlijn en EU-rechtspraak, alsmede de Nederlandse uitzendgeschiedenis (waaronder de aanvankelijke beperking van tijdelijkheid tot zes maanden). In het tiende hoofdstuk gaat zij in op de mogelijkheid van een (vast) dienstverband met de inlener. Hoewel afhankelijk van de omstandigheden van het geval, bepleit de A-G dat een dienstverband met de inlener wegens overschrijding van het tijdelijkheidsvereiste niet per se in strijd hoeft te zijn met ABN Amro/Malhi. To be continued!
A-G: Beroepsopleiding advocatuur is noodzakelijke scholing ex artikel 7:611a lid 1 BW en daarmee verplichte kosteloze scholing op grond van lid 2
In ECLI:NL:PHR:2025:355 concludeert A-G Drijber dat het nauwelijks twijfel kan lijden dat de Beroepsopleiding Advocaten (BA) voor advocaat-stagiairs is aan te merken als ‘noodzakelijke opleiding’ in de zin van artikel 7:611a lid 1 BW. Iedere advocaat-stagiair is verplicht om de BA te volgen. Het niet kunnen volgen van de BA leidt ertoe dat na drie jaar geen stageverklaring als bedoeld in artikel 9b lid 5 Advocatenwet of een bewijs dat met gunstig gevolg het in artikel 9c Advocatenwet bedoelde examen is afgelegd, kan worden overgelegd. Dat heeft tot gevolg dat de advocaat-stagiair van het tableau wordt geschrapt en dus niet meer het beroep van advocaat kan uitoefenen. Met de verplichting van de advocaat-stagiair de BA te volgen is onlosmakelijk verbonden de verplichting van de werkgever om de advocaat-stagiair in de gelegenheid te stellen (tijdens kantooruren, met behoud van salaris) de BA te volgen. In punt 5.16 maakt de A-G nog een overweging over PO-punten. Vanwege het generieke karakter van deze opleidingseis kan niet op voorhand worden gezegd dat elke cursus ‘kosteloos’ moet worden aangeboden.
Ktr.: artikel 2b Wfw geldt voor atypische arbeidsverhoudingen, een werknemer met een 36 uur per week tijdelijk contract kan geen bescherming aan artikel 2b Wfw ontlenen
In AR 2025-0352 oordeelt de kantonrechter over de reikwijdte van artikel 2b Wfw. Artikel 2b Wfw bepaalt dat een werknemer met ten minste 26 weken anciënniteit een verzoek kan indienen voor voorspelbaardere en zekerdere arbeidsvoorwaarden. Als de werkgever niet binnen een maand gemotiveerd reageert, wordt het verzoek automatisch ingewilligd. Artikel 2b Wfw is, aldus de rechter, bedoeld voor werknemers met 'atypische' vormen van werk, zoals oproepkrachten en platformwerkers. Werknemer heeft een 'voorspelbaar contract voor 36 uur per week', dat niet onder deze regeling valt.
Ktr.: g-grond in overwegende mate te wijten aan werkgever die onervaren werkneemster als leidinggevende aanstelt en de situatie op haar beloop laat
In AR 2025-0355 oordeelt de kantonrechter over het ontbindingsverzoek op de e-g-i-grond dat de directieve aansturing van werkneemster als leidinggevende geen verwijtbaar handelen oplevert, maar eerder is gelegen in ‘onkunde’ (beperkte set aan interventiemogelijkheden). Omdat de relatie met de werkvloer wel verstoord is geraakt, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden op de g-grond. Daarbij oordeelt de kantonrechter dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, omdat hij werkneemster zonder ervaring als leidinggevende heeft aangesteld en vervolgens alles op zijn beloop heeft gelaten.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer met chronische psychische klachten hoefde geen inlichtingen hieromtrent te verschaffen tijdens de sollicitatie naar de functie van beveiliger bij een rechtbank. Geen verband tussen ziekte en functie-eisen. 20-03-2025
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkneemster heeft verwijtbaar gehandeld door haar eigen koers te (blijven) varen, niet te luisteren en geen respect te tonen voor collega's en door het niet melden van het volgen van een MBA-opleiding (terwijl daarover driemaal negatief was geadviseerd). 20-03-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Terecht ontslag op staande voet van storingsmonteur wegens grensoverschrijdend gedrag (vlak na aanvang dienstverband). 10-03-2025
- Gerechtshof Amsterdam Loonvordering en uitbetaling vakantiedagen. Werkingssfeeronderzoek cao Bouw & Infra. 04-03-2025
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Spijkerscriteria. Geen sprake van identiteitsbehoud na overdracht van kapsalon en dus geen sprake van overgang van onderneming. Loonvordering is terecht toegewezen tot datum beëindiging arbeidsovereenkomst. Matiging wettelijke verhoging tot 20%. 03-12-2024
- Gerechtshof Den Haag Zorgorganisatie handelt ernstig verwijtbaar door zonder goede gronden en in strijd met opzegverbod tijdens ziekte aan te sturen op beëindiging arbeidsovereenkomst en door niet te voldoen aan re-integratieverplichtingen. Ontbinding arbeidsovereenkomst in strijd met opzegverbod tijdens ziekte. 12-11-2024
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbinding arbeidsovereenkomst. Werknemer is niet verschenen. Er is geen disfunctioneren komen vast te staan, maar er is wel een verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen. 20-03-2025
- Rechtbank Rotterdam Hoofdelijke aansprakelijkheid voor achterstallig loon. Een beroep op verrekening met een vermeende studiekostenlening slaagt niet. Finale kwijting in de vaststellingsovereenkomst. 20-03-2025
- Rechtbank Rotterdam Werkneemster verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet en verzoekt bij wijze van voorlopige voorziening werkgeefster te veroordelen tot betaling van (achterstallig) loon. 18-03-2025
- Rechtbank Rotterdam Werkneemster vordert vernietiging van ontslag, maar er is geen sprake van ontslag. Werkneemster draagt bewijslast voor hoogte salaris. 17-03-2025
- Rechtbank Gelderland Werkneemster heeft cadeautjes met ongepaste teksten voor haar collega's achtergelaten. Dit levert geen dringende reden voor ontslag op staande voet op. De billijke vergoeding, de gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding worden toegewezen. 14-03-2025
- Rechtbank Oost-Brabant Werknemer wordt op staande voet ontslagen wegens hardnekkige werkweigering. Werknemer verzoekt om betaling van verschillende vergoedingen. Werkgeefster verzoekt om de arbeidsovereenkomst op basis van dwaling nietig te verklaren. 14-03-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Partijen verschillen van mening over de vraag of een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Ontslag op staande voet houdt geen stand omdat dit niet onverwijld is gegeven. Toekenning verschillende vergoedingen. 13-03-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Vordering tot terugbetaling geldlening door werkgeefster wordt in deze procedure afgewezen, omdat deze geldlening niet door de overgang van onderneming op haar is overgegaan. 12-03-2025
- Rechtbank Noord-Holland Het herhaaldelijk weigeren deel te nemen aan een training over ‘discriminatie, intimidatie en een veilige werkomgeving’ is geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Switch. Billijke vergoeding € 250.000 bruto. 12-03-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Werkgever verschijnt niet in verzetsprocedure. De kantonrechter verbindt aan dit niet-verschijnen de gevolgtrekking dat de nadere stellingen van werknemer als onweersproken worden aangemerkt. 12-03-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Werknemer stelt dat zijn contract voor onbepaalde tijd is voortgezet vanwege een artikel 2b Wfw-verzoek en vraagt hiervoor verklaring voor recht. Afwijzing verzoek omdat werknemer geen flexibele arbeidskracht is en dus niet onder de regeling van artikel 2b Wfw valt. 12-03-2025
- Rechtbank Oost-Brabant Rechtbank onbevoegd. Feiten en omstandigheden die volgens werkgever moeten leiden tot kwalificatie werknemer als ‘Bad Leaver’ hebben betrekking op arbeidsovereenkomst die tussen partijen heeft bestaan. Zaak verwezen naar kamer voor kantonzaken. 12-03-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Verzoek werkgever tot ontbinding arbeidsovereenkomst. Primair verwijtbaar handelen door niet nakomen re-integratieverplichtingen en subsidiair een verstoorde arbeidsrelatie. Beide afgewezen. 11-03-2025
- Rechtbank Amsterdam Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst. Splash Palace B.V. veroordeeld tot wedertewerkstelling en betaling van (achterstallig) loon. 11-03-2025
- Rechtbank Limburg Ontbinding arbeidsovereenkomst met toekenning billijke vergoeding aan werkneemster. Werkgeefster valt de verstoorde arbeidsverhouding tussen haar en werkneemster in overwegende mate te verwijten, nu zij werkneemster, zonder ervaring, heeft aangewezen als leidinggevende en vervolgens de situatie op haar beloop heeft gelaten. 10-03-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ontslag op staande voet voor 'heimelijk crediteren' van € 338.985. Heimelijk karakter crediteringen staat niet vast. Onterecht beslag op huis en gevorderde schadevergoeding. Alleen omdat werknemer zich neerlegt bij zijn ontslag komt de arbeidsovereenkomst tot zijn einde. 07-03-2025
- Rechtbank Amsterdam Werknemers zijn klokkenluiders aan wie bescherming toekomt. Causaal verband tussen melding van vermoedelijke misstand en boventalligverklaring/ontslagverzoek. Werkgever is gehouden de schade van werknemers te vergoeden, voor zover die schade het gevolg is van benadelingshandelingen. 06-03-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Werkgever verzoekt vergoedingen van werknemer na ontslag op staande voet wegens diefstal. 27-02-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Werkgever verzoekt vergoedingen van werknemer na ontslag op staande voet wegens diefstal. 27-02-2025
- Rechtbank Limburg Alhoewel de schriftelijke arbeidsovereenkomst Horn Tours BV als werkgever noemt, gaat de kantonrechter ervan uit dat er oorspronkelijk een arbeidsovereenkomst is gesloten met Taxi Horn Tours BV. Werknemer heeft de juiste partij in rechte betrokken. 26-02-2025
- Rechtbank Rotterdam Werkneemster heeft haar (letsel)schade onvoldoende onderbouwd. Afwijzing vordering. 21-02-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Vordering tot nakoming concurrentbebeding afgewezen. Geen sprake van aantasting bedrijfsdebiet werkgeefster. Belang werknemer weegt in dit geval zwaarder dan dat van werkgeefster. 20-02-2025
- Rechtbank Midden-Nederland In deze kortgedingprocedure kan niet eenvoudig worden vastgesteld of werkgeefster recht heeft op betaling van de vordering die zij stelt te hebben op X/werknemer. Bovendien is verrekening met loon (behoudens uitzonderingen) slechts aan het einde van de arbeidsovereenkomst aan de orde. 14-02-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst dierenarts op de e-grond afgewezen, op de g-grond wel toegewezen. Eerdere pogingen tot verbetering verhoudingen zijn mislukt en werknemer erkent dat vruchtbare samenwerking niet langer mogelijk is. 05-02-2025
- Rechtbank Den Haag Store manager heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door HR-manager en area manager te bedreigen. Daarbij is niet alleen de ernst van het gedrag van werknemer meegewogen, maar ook het feit dat hij een leidinggevende functie bekleedt. 05-12-2024
- Rechtbank Noord-Holland Werkneemster wenst gebruik te maken van een RVU uit een cao. Werkgeefster weigert dit. De kantonrechter oordeelt dat werkneemster niet voldoet aan de voorwaarden omdat werkgeefster niet kwalificeert als werkgever in de zin van de cao. 21-11-2024