Naar boven ↑

Update

Nummer 30, 2018
Uitspraken van 19-07-2018 tot 24-07-2018
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Deliveroo-bezorger is geen werknemer
In AR 2018-0867 oordeelt de kantonrechter over de vraag of een bezorger voor Deliveroo die aansluitend aan zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als zzp’er voor Deliveroo gaat werken wel of geen werknemer is. Naar het oordeel van de kantonrechter is van werknemerschap geen sprake. Van belang acht de rechter dat de bezorger bewust en in vrijheid heeft gekozen voor de huidige juridisch constructie (geen arbeidsovereenkomst), hij niet verplicht was de werkzaamheden te verrichten (en dat regelmatig ook niet deed) en bovendien niet verplicht was de werkzaamheden persoonlijk te verrichten. Daarnaast achtte de rechter van belang dat Deliveroo geen dwingende rijroutes dicteerde of anderszins aanstuurde op werkinstructies. Of de bezorger – een bijklussende UvA-student – en deze Deliveroo-uitspraak model staan voor alle en andere platformwerkers en hun rechtsverhouding tot de werkverschaffer, zal ongetwijfeld de komende periode in de rechtspraak worden beantwoord.

Doorstart uit faillissement Heiploeg geen overgang van onderneming
In AR 2018-0847 oordeelt het gerechtshof dat van een ‘Smallsteps’-doorstart geen sprake is in de Heiploeg-zaak. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat het oogmerk van de faillissementsprocedure was gericht op liquidatie van de onderneming en niet op continuïteit. Dat reeds voorafgaand aan het faillissement contacten zijn opgenomen met geïnteresseerde partijen over een verkoop als going concern en daarover vervolgens met één partij onderhandelingen zijn gevoerd doet daaraan niet af. Bij dit alles wordt mede in aanmerking genomen dat het noodzakelijk was dat werd voorkomen dat het productieproces meer dan één dag werd onderbroken. Naar het hof begrijpt zou, als deze onderbreking langer zou zijn, de medewerking van de banken niet langer zijn gewaarborgd, met als waarschijnlijk gevolg dat de verkoop als going concern niet zou doorgaan en de opbrengst van de activa en derhalve ook een voor de schuldeisers beschikbaar bedrag aanzienlijk lager zou zijn.

Opzegging (buiten proeftijd) voorafgaand aan ingangsdatum arbeidsovereenkomst toegestaan
In AR 2018-0842 staat de vraag centraal of een werknemer van zijn reguliere (niet zijnde proeftijd-) opzegbevoegdheid gebruik mag maken nog voordat de arbeidsovereenkomst is ingegaan. In HR 19 oktober 1917, NJ 1917, p. 1108 heeft de Hoge Raad aangegeven dat sommige bepalingen uit het arbeidsrecht al van toepassing kunnen zijn nadat de arbeidsovereenkomst is gesloten maar voordat er feitelijk arbeid wordt verricht. Die lijn is daarna in diverse arresten van de Hoge Raad herhaald. De ratio is dat sommige situaties zich al kunnen voordoen voordat de arbeid feitelijk is aangevangen en het onlogisch en onpraktisch zou zijn als men zou moeten wachten met het daaraan verbinden van gevolgen tot het moment dat met de arbeid aangevangen is. Vertaald naar deze casus zou het dus onlogisch zijn om werknemer te laten wachten met het opzeggen van de arbeidsovereenkomst tot de arbeid daadwerkelijk zou zijn aangevangen op 5 maart 2018. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat werknemer de arbeidsovereenkomst al op 25 januari 2018 kon opzeggen.

Nabetalingen van loon moeten worden beschouwd als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, ook als feitelijk geen arbeid is verricht
In SZR 2018-0065 buigt de Centrale Raad van Beroep zich over het onderscheid tussen loon uit tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking. Loon uit tegenwoordige dienstbetrekking moet mee worden genomen bij de berekening van de hoogte van het dagloon. Loon uit vroegere dienstbetrekking niet. De Raad oordeelt dat de nabetalingen van het loon in juni, augustus en oktober 2015 moeten worden gekwalificeerd als nabetalingen van achterstallig loon (een onmiddellijke tegenprestatie voor arbeid). Om die reden vormen de nabetalingen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Dat een deel van die nabetalingen betrekking heeft op een periode voorafgaande aan de referteperiode van 1 februari 2015 tot en met 31 januari 2016 doet daaraan niet af. Ook is niet relevant dat feitelijk geen arbeid is verricht.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank