Naar boven ↑

Update

Nummer 19, 2019
Uitspraken van 08-05-2019 tot 15-05-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rijksoverheid: geen compensatie slapers van voor WWZ
De Rijksoverheid bericht over de compensatieregeling het volgende: Werkgevers kunnen vanaf 1 april 2020 bij het UWV een aanvraag indienen voor de compensatie bij ontslag wegens langdurige ziekte. De compensatieregeling geldt voor transitievergoedingen die op of na 1 juli 2015 zijn betaald. Lag het einde van de periode van twee jaar ziekte al vóór 1 juli 2015? Dan is geen compensatie mogelijk.

Plenaire behandeling WAB op 20 en 21 mei
Volgens de website van de Eerste Kamer is de plenaire behandeling van de WAB bepaald op 20 en 21 mei. De behandeling is live te volgen via diezelfde website.

SZR-annotatie: WGA-lasten en frustraties van de werkgever
Graag wijs ik u op de nieuwe SZR-annotatie van Joop van Zijl bij SZR 2019-0015. In deze noot gaat hij in op de kosten van en subtiele maar zo belangrijke beslissing en bezwaarprocedures bij WGA-uitkeringen. Oplettendheid is geboden om aanzienlijke kosten te vermijden, maar voor de werkgever is het geen gemakkelijke taak ‘in charge’ te zijn. Klik hier voor de annotatie.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: werknemer behoudt recht op voltijdse ontslagvergoeding tijdens parttime ouderschapsverlof
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat een werknemer die parttime ouderschapsverlof geniet, de volledige ontslagvergoeding moet ontvangen. Dit vloeit voort uit het nuttig effect van de richtlijn. Bovendien zou in casu sprake zijn van een verboden indirect onderscheid man/vrouw, daar 95% van de ouderschapsverlofgenieters vrouw is (AR 2019-0520).

HvJ EU: verplichte overdracht beleggingsdiensten en overstap van 91% klanten mogelijk een overgang van onderneming
In AR 2019-0521 oordeelt het Hof van Justitie EU over een mogelijke overgang van een onderdeel van een financiële instelling. In casu besloot Banka Koper met bepaalde activiteiten te stoppen. De wet verplichtte de diensten aan een andere instelling over te dragen. Klanten waren vrij al dan niet over te gaan naar de nieuwe bank. Ruim 90% stapt (uitdrukkelijk) over. Naar het oordeel van het Hof moet in dit geval de overdracht blijken uit met name overdracht van immateriële activa (administratie en archief) alsmede overgang van klanten. De enkele omstandigheid dat ruim 90% van de klanten is overgegaan vormt weliswaar een sterke aanwijzing, maar is niet doorslaggevend voor het antwoord op de vraag of sprake is van een overgang. Dit moet de feitenrechter beoordelen.

HR: Groen/Schoevers kan dwingende regels ketenregeling niet buiten toepassing laten (feitelijk eerder starten met werk dan contractueel is bepaald)
In AR 2019-0510 staat de vraag centraal of het feitelijk eerder aanvangen met werk – zodat werknemer kort na formele indiensttreding met vakantie kan – gevolgen heeft voor de berekening van de ketenregeling. Naar het oordeel van de werkgever moet in het arrest Groen/Schoevers ruimte worden gevonden voor de mogelijkheid eerder aan te vangen met werk, zonder dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. De A-G ziet die ruimte niet en acht het bovendien in casu in strijd met de dwingende regels van de ketenregeling.

Contracting of uitzending: de ene orderpikker is de andere niet…
In AR 2019-0504 treffen we de PostNL-zaak aan. Naar het oordeel van de rechter is in casu sprake van leiding en toezicht bij de inlener, zodat de relevante wet- en regelgeving (ABU-cao en Waadi) van toepassing is en nabetaling moet plaatsvinden aan de werknemers. Zowel PostNL als de contractor, In Person, is hoofdelijk aansprakelijk op grond van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS). De stelling dat niet PostNL, maar de achterliggende besloten vennootschappen van In Person de aan te spreken partij moet zijn, wordt niet gevolgd. Volgens de rechter zou (de bedoeling van) de WAS te gemakkelijk buiten spel gezet worden indien niet door bepaalde ondernemingsrechtelijke constructies wordt geprikt.

In AR 2019-0518 oordeelde het Hof Arnhem-Leeuwarden daarentegen dat geen sprake was van uitzending, maar van een logistieke dienst. De omstandigheid dat werknemers van de contractor op locatie van de opdrachtgever, tussen personeel van de opdrachtgever en soms zonder uitdrukkelijk onderscheidende kleding werkzaam waren en waarbij tussen de voormannen van de contractor en de klant intensief overleg plaatsvond, doet niet af aan het oordeel dat leiding en toezicht bij de contractor is gebleven. De omstandigheid dat dit bedrijf reeds dertig jaar dergelijke activiteiten verricht, een ondernemings-cao heeft waarbij is bepaald dat zij niet onder de ABU-cao valt en qua performance wordt afgerekend op logistieke processen, maakt naar het oordeel van het hof dat geen sprake is van uitzending.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank