Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Internetconsultatie Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring
Begin deze week is de internetconsultatie voor de Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring opengesteld. Alle zzp’ers gaan vanaf 2021 minimaal 16 euro per uur verdienen. De zzp’ers die meer dan 75 euro per uur verdienen, krijgen daarnaast de mogelijkheid om onder voorwaarden een zelfstandigenverklaring te gebruiken. Hiermee kunnen ze vooraf afspreken dat ze als zelfstandige het werk uitvoeren.

De reacties op de twee wetsvoorstellen stromen binnen, zoals deze reactie van Earnest uit Amsterdam: ‘Het kabinet baseert zich bij de berekening op het niveau van de bijstandsuitkering. Voor werknemers geldt het WML, het wettelijk minimumloon. Kennelijk is een zzp'er het kabinet minder waard dan een werknemer; het minimum ligt voor een zzp'er lager dan voor een werknemer. Vreemd, ik dacht dat dit kabinet vindt: werken moet lonen.’ Lees hier het wetsvoorstel en de reacties.

Rechtspraak
Graag wijzen wij op de volgende uitspraken.

Bewust niet uitkeren en anticiperen op vervaltermijn transitievergoeding is in strijd met artikel 7:673 jo. 7:611 BW
In AR 2019-1150 oordeelt de rechter dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is aan het ongebruikt verstrijken van de vervaltermijn de conclusie te verbinden dat werknemer de betaling van de transitievergoeding niet meer zou kunnen verzoeken. Het hof overweegt dat werkgever ter gelegenheid van de mondelinge behandeling mededelingen heeft gedaan met als strekking dat het binnen zijn (commerciële) bedrijf vanuit competitieve overwegingen beleid is om bij het einde van een dienstverband niet eigener beweging over te gaan tot betaling van de transitievergoeding. Het hof acht dit in strijd met de voor werkgever uit artikel 7:673 BW en artikel 7:611 BW als goed werkgever voortvloeiende verplichtingen. Het verschuldigd zijn van de transitievergoeding geeft immers invulling aan de zorgplicht die de werkgever heeft ten opzichte van de werknemer die wordt ontslagen of van wie het contract niet wordt verlengd. De vervaltermijn is bedoeld om onenigheid over de (omvang van) de transitievergoeding op korte termijn te doen beslechten maar niet om, waar deze onenigheid er niet is, te speculeren op het ongebruikt verstrijken van die termijn om te trachten aan op de werkgever rustende verplichtingen te ontkomen.

Tijdelijk contract verlengen tot daags voor zwangerschapsverlof is in strijd met artikel 7:646 BW: contract wordt verlengd
In AR 2019-1143 oordeelt de kantonrechter dat het verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst met een dusdanige afwijkende duur (3,5 maanden) ten opzichte van de eerste arbeidsovereenkomst (10,5 maanden) het vermoeden rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst bewust tot datum bevallingsverlof is aangegaan (vijf dagen later). Dit leidt ertoe dat deze duurbepaling nietig is. Op grond van de wet wordt het verlengde contract geacht te zijn gelijk aan de duur van het eerste contract.

Doorwerken ondanks intreden pensioenontslagbeding en bevestiging ‘opzegging’ door de werkgever, staat niet aan (herhaald) beroep op pensioenontslag van de AOW-plus-werknemer in de weg
In AR 2019-1118 oordeelt de rechter dat de voortzetting van de arbeidsovereenkomst onder gewijzigde omstandigheden na het bereiken van de AOW-leeftijd moet worden gezien als voortzetting van het huidige contract. Dat werkgever de term ‘opzegging’ heeft gebezigd staat hieraan niet in de weg. Ook het feit dat sprake is van een pensioenontslagbeding waardoor van rechtswege de arbeidsovereenkomst op de AOW-leeftijd eindigde, staat niet aan een (herhaald) ontslag wegens bereiken van de pensioenleeftijd (art. 7:669 lid 4 BW) in de weg.

Ontslag op staande voet trambestuurster met telefoon in de hand niet rechtsgeldig
In AR 2019-1129 oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet van een trambestuurster die door twee chefs werd gesignaleerd met een telefoon in haar hand achter het stuur, niet rechtsgeldig is. Het ontslag is niet onverwijld verleend, omdat na confrontatie werkneemster onmiddellijk erkende de gedraging te hebben gepleegd. Aanvullend onderzoek was niet nodig en rechtvaardigt niet de bijna twee weken tijd tussen gedrag en ontslag. Evenmin is sprake van een e-grond, omdat werkgever geen eenduidig beleid voert ten aanzien van werknemers met de telefoon achter het stuur.

Singaporese ‘gratificatie’ bij beëindiging dienstverband komt niet in aanmerking voor verrekening met transitievergoeding
In AR 2019-1134 oordeelt de rechter dat een reeds toegekende beëindigingsvergoeding niet aan (na)vordering van de transitievergoeding in de weg staat. Werkgeefster heeft aangevoerd dat toewijzing van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat werknemer al uit coulance een gratificatie van € 9.596 heeft ontvangen. Dit bedrag zou moeten worden gezien als een Singaporese beëindigingsvergoeding en dient in mindering te strekken op de transitievergoeding, aldus werkgeefster. De kantonrechter oordeelt dat niet, althans onvoldoende is gesteld dat de gratificatie voldoet aan de voorwaarden benoemd in het ‘Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding’. De gratificatie kan dus niet op de transitievergoeding in mindering worden gebracht.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.