Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2019
Uitspraken van 17-04-2019 tot 22-04-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR Annotatie Zef Even: De veranderende ruimte om bij cao van de transitievergoeding af te wijken: verleden, heden en toekomst
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Zef Even bij Hoge Raad 29 maart 2019 (AR 2019-0359). In deze noot staat de ‘gelijkwaardige voorziening’ ex artikel 7:673b BW centraal. Even analyseert de oorspronkelijke bedoeling, de huidige tekst en uitleg van de Hoge Raad alsmede de toekomstige regeling per 1 januari 2020. De uitspraak en de annotatie zijn relevant voor regelingen waarin mogelijk samenloop met de transitievergoeding een rol speelt. Klik hier om de noot te lezen.

EU: Informatierichtlijn aangenomen
Afgelopen week heeft het Europees parlement ingestemd met de herzieningstekst van de informatierichtlijn. De nieuwe richtlijn beoogt uitdrukkelijk meer en betere bescherming toe te kennen aan flexwerkers, inclusief platformwerkers. Zo geldt er in beginsel een verbod op niet-verrichten van nevenarbeid; worden er beperkingen opgelegd wat de proeftijd betreft en moet oproepwerk voorspelbaarder worden. Daarnaast gelden vergaande informatieverplichtingen. De lidstaten moeten effectieve maatregelen treffen om de beoogde doelen te bereiken, bijvoorbeeld door middel van rechtsvermoedens (bij schending informatieplicht in beginsel een vast contract). Klik hier voor het persbericht en hier voor de aangenomen tekst te lezen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: maximeren ontslagvergoeding op prepensioenleeftijd op gespannen voet met WGBL (noodzakelijkheidstoets)
In AR 2019-0428 oordeelt de Hoge Raad over een speciale regeling in een sociaal plan voor werknemers geboren tussen 1950-1952. Voor hen gold een maximering van de ontslagvergoeding, omdat hun een onvoorwaardelijk recht op additioneel pensioen vanaf prepensioenleeftijd toekomt. Werknemers stellen zich in de onderhavige procedure op het standpunt dat – hoewel de regeling een legitiem doel dient – de regeling niet noodzakelijk is. Het hof heeft enkel gewezen op het collectieve karakter van de regeling, maar miskent daarmee de stelling van werknemers dat indien zij niet conform de prepensioenregeling op 62-jarige leeftijd, maar pas op 65-jarige leeftijd uit dienst zouden zijn gegaan, zij aanmerkelijk lagere vergoedingen zouden hebben gekregen. De klacht van de werknemers slaagt. De verwijzingsrechter zal dit aspect in zijn beoordeling moeten betrekken.

HR: vennoten zijn ieder voor zich werkgever in een vof
In AR 2019-0436 beantwoordt de Hoge Raad de prejudiciële vragen inzake het faillissement van een vof. Een van de kernvragen was wie als werkgever heeft te gelden. Naar het oordeel van de Hoge Raad zijn alle vennoten afzonderlijk werkgever en kan UWV de bevoorrechte faillissementsvorderingen op de vennoten in privé verhalen. Schulden vanaf datum faillissement van de vennoot kwalificeert als aanvangsdatum boedelschuld.

HR: voorverlengen referteperiode variabel loon transitievergoeding bij zieke werknemer
In AR 2019-0434 staan het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en arbeidsduur en de Regeling looncomponenten en arbeidsduur centraal. Volgens de Hoge Raad brengt de doelstelling van de WWZ, te weten ‘vereenvoudiging door rechtszekerheid’, met zich dat strikt de hand moet worden gehouden aan de regeling inzake de transitievergoeding en de zogenoemde periode van voorverlengen (de afwijkende referteperiode, indien in de referteperiode geen arbeid is verricht door ziekte). Alleen indien toepassing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, is afwijking gerechtvaardigd.

Overgang van onderneming: kinderdagverblijf is kapitaalintensieve sector
In AR 2019-0409 staat de vraag centraal over het voortzetten van een kinderdagverblijf. Naar het oordeel van de rechter is de overname van het huurcontract en inventaris – naast de voortzetting van de acht opvangkindjes – voldoende om behoud van identiteit aan te nemen, temeer nu kinderdagopvang als een kapitaalintensieve sector moet worden beschouwd. De omstandigheid dat de drie pedagogisch werknemers ten tijde van de overgang ziek waren, maakt niet dat zij geen ‘aldaar werkzame werknemer’ meer zijn (Memedovic-arrest). Het verzoek op de h-grond wordt vanwege het opzegverbod wegens ziekte afgewezen.

Afschaffen jubileumuitkering zonder instemming COR is in strijd met artikel 7:613 BW
In AR 2019-0418 oordeelt de kantonrechter over de eenzijdige afschaffing van een jubileumuitkering wegens financiële redenen. Naar het oordeel van de rechter is het feit dat de COR niet heeft ingestemd een indicatie dat geen sprake is van een zwaarwichtig belang. Nu de regeling bovendien onvoldoende was uitgewerkt en overigens de financiële noodzaak onvoldoende duidelijk uit de stukken van het totale concern bleek, wordt de wijziging in strijd met artikel 7:613 BW geacht.

Ontslag op staande voet en nevenactiviteiten: ja/nee
In AR 2019-0419 en AR 2019-0412 staan ontslagen op staande voet wegens schending van nevenactiviteiten centraal. In de eerste zaak wint werknemer, omdat hij altijd met medeweten van de werkgever (niet-concurrerende) nevenwerkzaamheden verrichtte. In de tweede zaak wint de werkgever, omdat werknemer via een bedrijf op naam van zijn partner zijn werkgever directe concurrentie aandeed. Dat werkgever op de hoogte was dat werknemer klantenbestanden naar zijn privédirectory stuurde, maakt het ontslag niet minder onverwijld. Voor werkgever kreeg het verzenden van deze gegevens pas een andere betekenis, toen hij op de hoogte raakte van betrokkenheid van werknemer bij de concurrerende onderneming. Dat geen schade is geleden doet niet ter zake nu het vertrouwen ernstig is geschonden.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank