Naar boven ↑

Update

Nummer 5, 2019
Uitspraken van 30-01-2019 tot 04-02-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

WAB aangenomen!
De WAB is met 81 stemmen voor en 69 stemmen tegen aangenomen door de Tweede Kamer. De belangrijkste aangenomen amendementen zijn:
nr. 38 – proeftijd ongewijzigd laten; en
nr. 61 – versoepeling regeling ‘oproepovereenkomst’ voor seizoensarbeid.

Daarnaast is een aantal moties aangenomen, waaronder:
nr. 43 waarin contracting als ontduikingsconstructie van arbeidsvoorwaarden wordt afgewezen;
nr. 44 waarin de Kamer de regering verzoekt de doelstelling van geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden leidend te laten zijn bij de uitwerking van de algemene maatregel van bestuur en te zorgen dat een payrollwerkgever bij de adequate pensioenregeling verplicht is om:

  • ten minste de gemiddelde werkgeverspremie in Nederland af te dragen;
  • zorg te dragen voor een ouderdoms- en nabestaandenpensioen;
  • geen wachttijd te hanteren; en

nr. 45 waarin de 48 miljoen besparing van de compensatieregeling wordt ingezet voor scholing van werknemers in het mkb.

Met dank aan Max Keulaerds voor de verslaglegging ter plaatse!

Minister over slapend dienstverband en oppositie over i-grond
Tijdens het debat van afgelopen donderdag in de Tweede Kamer merkte de minister over ‘slapende dienstverbanden’ het volgende op: ‘De heer Van Weyenberg vraagt mij nu naar de relatie van deze wet met de WAB. Hij wijst op het verschil tussen de ontslagkosten voor werkgevers voor en na 1 januari 2020, als de WAB is ingegaan. Hij vroeg of ik werkgevers wil aansporen om al voor 1 januari 2020 slapende dienstverbanden te beëindigen. Ik ben het met de heer Van Weyenberg eens dat het van groot belang is dat die slapende dienstverbanden zo snel mogelijk worden beëindigd. De compensatieregeling neemt belemmeringen voor werkgevers weg. Werkgevers hebben er ook zelf belang bij om die slapende dienstverbanden te beëindigen, want de opbouw van de transitievergoeding loopt door tot het moment waarop het dienstverband uiteindelijk wordt beëindigd. De teller voor de compensatie stopt echter bij 104 weken, dus na de periode van loondoorbetaling bij ziekte. Dit betekent dat de werkgever de transitievergoeding die opgebouwd wordt over de slapende periode, tussen het aflopen van de 104 weken en het daadwerkelijke ontslag, niet gecompenseerd zal krijgen. Met andere woorden, het is ook een prikkel om te ontslaan en dat is ook wenselijk. Ik roep hierbij alle werkgevers op om zo snel mogelijk een einde te maken aan die slapende dienstverbanden en ik zal natuurlijk ook een voorlichtingstraject starten om dit punt onder de aandacht te brengen, in nauwe samenwerking met UWV, omdat het gewoon een langdurend en vervelend proces is.’

Verschillende oppositiepartijen waren bijzonder kritisch over de i-grond en de i-vergoeding. Waarom alleen een i-vergoeding en niet standaard een hogere vergoeding? Waarom een gemaximeerde vergoeding? Waarom een i-grond? Of scherper geformuleerd door de heer Kuzu: ‘Voor DENK is het duidelijk dat deze minister niet moet tornen aan het huidige systeem, want Nederland zit op slechts één versoepeling van het ontslagrecht te wachten en die gaat over het ontslag van Mark Rutte.’

In de Signalering AR Wetgeving van Christine Kerher-Bot later deze week, leest u alle nota’s van wijzigingen en veranderingen in de WAB.

AR Annotatie: Eén platform, één rechtbank, twee uitkomsten
Graag wijzen wij u op de annotatie van Hanneke Bennaars bij de twee Deliveroo-uitspraken (ECLI:NL:RBAMS:2018:5183 en ECLI:NL:RBAMS:2019:198). In deze annotatie staat Bennaars stil bij de vraag waarin de uitspraken van elkaar verschillen en wat de juiste toetsingsmaatstaf is/moet zijn. Aan de hand van scherpe analyses concludeert zij dat de tweede Deliveroo-uitspraak (2019) een juistere toetsing laat zien en implicaties heeft voor platformwerkers. Klik hier om de noot te lezen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Ruime uitleg vakantieloon geldt ook voor bovenwettelijke vakantiedagen
Werkneemster vordert compensatie van haar ORT-toeslag over haar vakantieverlofuren. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat er geen grondslag bestaat voor het hanteren van een ander loonbegrip voor bovenwettelijke vakantiedagen dan voor wettelijke vakantiedagen. Artikel 7:639 BW is ook op deze bovenwettelijke vakantiedagen van toepassing. De dwingendrechtelijke bepaling van artikel 7:639 BW dat bepaalt dat de werknemer gedurende zijn vakantie recht behoudt op loon, staat niet toe dat partijen over het vakantieloon afwijkende afspraken maken ten nadele van de werknemer. Voorts moet mede het oog worden gehouden op punt 26 van Williams e.a./British Airways, inhoudende dat het recht op jaarlijkse vakantie en het recht op betaling uit hoofde daarvan dienen te worden beschouwd als twee aspecten van één recht en dat dit recht moet worden beschouwd als een bijzonder belangrijk beginsel van communautair sociaal recht. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat werkneemster ook tijdens vakanties recht heeft op het loon inclusief de onregelmatigheidstoeslag, zowel voor wat betreft de wettelijke als de bovenwettelijke vakantie- en verlofuren (AR 2019-0103).

35 minuten extra reistijd geen redelijk voorstel, tenzij de reis tijdens werktijd mag plaatsvinden
In AR 2019-0113 staat een Taxi Hofman-toets centraal: mag de werkgever van een werknemer verlangen dat hij na hersteldmelding na 104 weken arbeidsongeschiktheid wordt gedetacheerd bij een bedrijf in Schiedam, omdat zijn functie in Ede is komen te vervallen? De extra reistijd bedraagt 35 minuten (enkele reis). Naar het oordeel van de rechter is dit voorstel niet redelijk. Omdat de werkgever heeft aangeboden de extra reistijd ten laste te laten komen van de arbeidstijd bij deze derde, acht de rechter het voorstel alsnog redelijk.

Heimelijk met iPad filmen van (minderjarige) klant in slip/hemdje vormt een dringende reden voor ontslag
De kantonrechter is van oordeel dat het door een ontstoppingsmonteur heimelijk filmen van een (minderjarige) dame thuis een dringende reden voor ontslag oplevert. Hiertoe wordt overwogen dat door het zonder noodzaak en zonder medeweten opnames te maken van een persoon in de veilige omgeving van een woning, de privacy van deze persoon ernstig wordt geschonden. De omstandigheid dat die persoon nooit op de hoogte is geweest van het bestaan van die beelden doet daar niet aan af. Evenmin is van belang of er iets met de opnamen wordt gedaan; in de onderhavige zaak is voldoende dat werknemer die mogelijkheid wél had. In de huidige maatschappij, waarin – al dan niet gewenste – afbeeldingen en opnamen van (gedeeltelijk) ontklede personen, in het bijzonder minderjarigen, via sociale media (ongewild en) razendsnel (kunnen) worden verspreid, welke afbeeldingen en opnamen bovendien niet op eenvoudige wijze kunnen worden verwijderd kan niet worden volgehouden dat er ‘niets onaanvaardbaars’ is aan het bewust en heimelijk filmen van een minderjarig meisje dat slechts gekleed is in een slip en een hemdje. Daarbij komt dat werknemer de opnamen heeft gemaakt terwijl hij aan het werk was. Daarmee is niet alleen de privacy van het betrokken meisje in het gedrang gekomen, maar ook de integriteit van werkgever. De gedraging is bovendien ernstig verwijtbaar waardoor geen transitievergoeding verschuldigd is (AR 2019-0110).

Conversie door onjuiste aanzegging (dag later dan einde arbeidsovereenkomst) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar
In AR 2019-0106 oordeelt het Hof Den Haag dat een verkeerde aanzegging niet leidt tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een beroep van werkneemster op artikel 7:668a lid 1 BW, inhoudende dat vanaf die dag een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan, is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Dit geldt naar het oordeel van het hof ook indien ervan moet worden uitgegaan dat werkneemster op 26 mei 2017 haar normale werkzaamheden zou hebben verricht en zelfs indien zij (twee uur) langer dan gebruikelijk zou hebben gewerkt. Doorslaggevend is immers dat ook op die dag zonder meer duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst nadien niet zou worden voortgezet. Verder is het waarschijnlijk dat de HR-medewerkster – juist met de bedoeling om de in artikel 7:668a lid 1 BW vermelde termijn van 24 maanden niet te overschrijden, zoals ook gemotiveerd door SVB is gesteld – een vergissing heeft gemaakt bij de aanzegging van het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waardoor de arbeidsovereenkomst één dag na afloop van deze termijn is geëindigd.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank