Naar boven ↑

Update

Nummer 25, 2021
Uitspraken van 16-06-2021 tot 22-06-2021
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: schadevergoeding 658/611 kan een samenhangende vordering ex artikel 7:686a lid 3 BW zijn
In AR 2021-0788 staat ‘burn out’ van een werknemer centraal. Volgens werknemer heeft werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld, dan wel zijn 611/658-plichten verzaakt. De A-G schetst een mooi overzicht van de stand van zaken voor burn-out-aansprakelijkheid en gaat ook in op de connexiteit van vorderingen ex artikel 7:686a lid 3 BW. Nu in dit geval het einde van de arbeidsovereenkomst een gegeven was (b-grond) en enkel de vraag naar ernstige verwijtbaarheid werkgever ten aanzien van de arbeidsongeschiktheid centraal stond, is samenhangende behandeling van artikel 7:611/658 BW toegestaan.

Artikel 2:132 lid 3 BW (verbod arbeidsovereenkomst beursvennootschap) leent zich niet voor analoge toepassing
Het hof (AR 2021-0792) corrigeert het oordeel van de rechtbank (AR 2021-0178) dat de bestuurder van de Volksbank geen arbeidsovereenkomst zou kunnen hebben naar analogie van artikel 2: 132 lid 3 BW. De rechtbank oordeelde dat de Volksbank strikt genomen geen beursvennootschap is, maar zich wel als zodanig gedraagt. Het hof oordeelt dat de wetgever een afgewogen keuze heeft gemaakt wat het bereik van artikel 2:132 lid 3 BW betreft en dat hieronder niet-beursvennootschappen niet vallen.

Ruim € 64.000 ontslagvergoedingen bij onrechtmatig proeftijdontslag
In AR 2021-0798 oordeelt de kantonrechter dat het proeftijdontslag nietig is, nu het beding niet schriftelijk is overeengekomen. Vanwege het CV en de steeds aangesloten dienstverbanden die werkneemster heeft gehad, acht de rechter de kansen op vinden van nieuw werk aanwezig. Desalniettemin komt werkneemster een billijke vergoeding toe van € 55.000 naast de onregelmatige-opzeggingsvergoeding en (beperkte) transitievergoeding.

Motivering concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst bepaalde tijd: …kan niet, tenzij…
In AR 2021-0803 oordeelt de rechter over de motivering van het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Als uitgangspunt heeft te gelden dat een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet kan, tenzij. Dit uitgangspunt brengt mee dat aan de motivering strenge en op de persoon/functie toegespitste motivering moet plaatsvinden. Het opdoen van ‘zeer grote en specifieke kennis met betrekking tot de wijze van arbeidsbemiddeling door Time to Hire bij haar potentiële en bestaande klanten en opdrachtgevers, met betrekking tot commerciële zaken waaronder prijzen alsook met betrekking tot klantspecifieke zaken’ is te algemeen. Het beding is daarom niet geldig.

Geen verval vakantieaanspraak (7:640a BW) wegens verzuim informatieplicht werkgever
In AR 2021-0796 oordeelt de rechter dat werknemer terecht aanspraak maakt op niet-genoten vakantiedagen over de jaren 2011-2014. In de uitspraken van het Europese Hof van Justitie van 6 november 2018 (ECLI:EU:C:2018:874, Max Planck/Shimizu) en (ECLI:EU:C:2018:872, Kreuziger/Land Berlin) is bepaald dat de werkgever de werknemer op nauwkeurige wijze en tijdig moet informeren over zijn vakantierechten, zodat deze daar nog gebruik van kan maken, bij gebreke waarvan het recht op vakantie en/of een financiële vergoeding voor niet-opgenomen dagen niet komt te vervallen. Het beroep van werkgever op Maschek (ECLI:EU:C:2016:576) faalt, omdat het in die zaak om vrijstelling van werk voor pensionering ging. In deze zaak is werknemer niet vrijgesteld, maar werkt hij (wegens COVID-19) niet doordat werkgever hem niet had opgeroepen.

Ontbindende voorwaarde: werknemer draagt het risico voor niet tijdig afgeven VOG (overheid)
In AR 2021-0794 oordeelt de rechter over de rechtsgeldigheid van de ontbindende voorwaarde om tijdig een VOG over te leggen. Vooropgesteld wordt dat werkneemster zelf verantwoordelijk is voor het tijdig aanvragen en aanleveren van haar VOG. Nu het ministerie zelf bepaalt of er al dan niet een VOG wordt afgegeven, kan VodafoneZiggo als werkgever bovendien ook geen invloed uitoefenen op de verkrijging daarvan. Eventuele vertragingen in het aanvragen en verkrijgen van een VOG komen in beginsel dan ook voor rekening en risico van werkneemster.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank