Naar boven ↑

Update

Nummer 41, 2018
Uitspraken van 03-10-2018 tot 10-10-2018
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: geen pensioenplafond transitievergoeding op grond van artikel 6:248 lid 2 BW
In AR 2018-1145 oordeelt de Hoge Raad over de vraag of het daags voor de pensioengerechtigde leeftijd ontslaan van een langdurige (IVA) zieke werknemer leidt tot volledige betaling van de transitievergoeding of enkel het bedrag aan geld over de periode tussen ontslag en AOW-leeftijd. De Hoge Raad oordeelt dat artikel 6:2 jo. 6:248 lid 2 BW ook de dwingendrechtelijke bepalingen van de transitievergoeding terzijde kunnen stellen, maar dat het hof in casu terecht zwaar heeft laten meewegen dat de wetgever geen ‘pensioenplafond’ heeft gewenst.

HvJ EU: periode ouderschapsverlof geldt niet als tijdvak van daadwerkelijke arbeid in de zin van vakantieverlof
In AR 2018-1143 oordeelt het Hof van Justitie EU dat de periode dat een werknemer ouderschapsverlof heeft genoten, niet meetelt als referteperiode voor de berekening van het aantal vakantiedagen per jaar. Anders dan ziekte of zwangerschap is ouderschapsverlof iets dat een werknemer niet ongevraagd overkomt, maar een bewuste keuze. Bovendien komt de recuperatiefunctie van de arbeid niet in het geding na een periode van ouderschapsverlof. Daarom mocht in casu terecht het recht op jaarlijks vakantieverlof naar evenredigheid van het ouderschapsverlof worden verminderd.

Ondanks Smallsteps-doorstart houdt curatoropzegging stand
In AR 2018-1109 oordeelt de Rotterdamse rechter dat de doorstart van PGV tot doel had ‘continuïteit’ van de onderneming. Bijgevolg is de Smallsteps-exceptie van toepassing en gelden de spelregels van overgang van onderneming onverkort, omdat tussen datum faillissement (30 maart) en doorstart (1 april) de curator de arbeidsovereenkomsten met werknemers heeft opgezegd en zij niet tijdig een beroep op artikel 7:670 lid 8 BW (opzegverbod wegens ovo) hebben gedaan.

Dienstjaren als ambtenaar tellen niet mee voor omvang transitievergoeding
In het kader van de Wet normering rechtspositie ambtenaren (WNRA) is AR 2018-1124 interessant. De centrale vraag was of de dienstjaren als ambtenaar meetellen (hetzij via art. 7:663 BW, hetzij via art. 7:673 lid 4 sub b BW) bij de berekening van de transitievergoeding van de werknemer. Naar het oordeel van de rechter is dit niet het geval, omdat alleen dienstjaren op grond van een arbeidsovereenkomst relevant zijn.

Niet-afgefinancierde voorwaardelijke pensioenen vallen onder de pensioenexceptie ex artikel 7:664 BW
In AR 2018-1110 oordeelt de kantonrechter over de vraag hoe een voorwaardelijk pensioen (prepensioen) moet worden bezien in het licht van het volgende. Het Radboud UMC heeft met ingang van 1 september 2015 besloten zijn patiëntenvoeding uit te besteden aan Exploitatiemaatschappij FoodforCare B.V. Door de overgang van onderneming is de deelneming van werknemers in de ABP-pensioenregeling geëindigd. Met ingang van 1 oktober 2015 bouwen zij pensioen op bij het Pensioenfonds Horeca en Catering. De rechter oordeelt dat, hoewel een voorwaardelijk pensioen dat nog niet is afgefinancierd, geen pensioen in de zin van de Pensioenwet is, dit niet wegneemt dat in casu dit ‘voorwaardelijke pensioen’ niet mee overgaat op grond van artikel 7:664 BW. Met de overgang is de pensioenregeling van ABP beëindigd en zijn de voorwaardelijke pensioenaanspraken van werkneemsters komen te vervallen.

Ontslag op staande voet na maanden schorsing nog steeds onverwijld
In AR 2018-1107 oordeelt de kantonrechter over het ontslag op staande voet van een werknemer die twee lampen heeft verduisterd. De tijdspanne tussen de integriteitsmelding (op 15 januari 2018) en het moment van schorsing (1 februari 2018) en tussen het moment van schorsing en het ontslag op 17 mei 2018 is in het licht van het door werkgeefster en de bedrijfsrecherche verrichte onderzoek niet te lang. Ook het niet direct meedelen van de reden van de schorsing is met het oog op het destijds nog te verrichten onderzoek begrijpelijk. Na het afronden van het onderzoek door de bedrijfsrecherche op 15 mei 2017 is het ontslag op 17 mei 2018 voldoende voortvarend aangezegd onder mededeling van de dringende reden.

Opzegging een dag voor einde proeftijd, nadat werknemer een arbeidsongeval is overeenkomen en arbeidsongeschikt is geraakt, is geen verboden opzegging wegens chronische ziekte dan wel handicap of in strijd met goed werkgeverschap
In AR 2018-1122 oordeelt de rechter dat ontslag van een werknemer op de voorlaatste dag van de proeftijd nadat een bedrijfsongeval heeft plaatsgevonden, geen discriminatoir handelen oplevert. De kantonrechter is van oordeel dat het er inderdaad alle schijn van heeft dat werkgever de arbeidsovereenkomst met werknemer heeft opgezegd nadat hij op 4 juni 2018 op de hoogte kwam van de chronische ziekte van werknemer. Dit leidt de kantonrechter af uit het WhatsApp-bericht van de directeur van werkgever, waarin hij schrijft dat werknemer weer welkom is bij werkgever zodra hij hersteld is en werkgever weer vacatures heeft. Hoewel werknemer met succes het bewijsvermoeden van WGB h/cz inroept, weerlegt de werkgever dit vermoeden door te benadrukken dat werknemer bij herstel van de hand weer welkom is.

Hobby wordt op geld waardeerbaar werk: WW-uitkering herzien en terugvordering
In SZR 2018-0078 oordeelt de Raad dat de door appellant verrichte activiteiten met ingang van 1 juni 2014, en dus reeds voor het intreden van zijn werkloosheid, het stadium van een hobby hadden gepasseerd. De werkzaamheden in de wijnhandel dienen, gelet op de aard en de omvang ervan, te worden aangemerkt als werkzaamheden die op geld waardeerbaar zijn waarmee enig geldelijk voordeel werd beoogd of volgens de in het maatschappelijk verkeer geldende normen redelijkerwijs kon worden verwacht. Om die reden is UWV terecht overgegaan tot herziening en terugvordering van de WW-uitkering.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank