Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
VAAN-VvA expertcommissie betreffende internetconsultatie van het voorontwerp minimumtarief zelfstandigen en zelfstandigenverklaring
Maandag 9 december jl. diende de VAAN-VvA expertcommissie haar rapport inzake het voorontwerp minimumtarief zelfstandigen en zelfstandigenverklaring in. De commissie is in beginsel positief over de gedachte van een wettelijk minimumtarief voor zelfstandigen. Het voorstel te komen tot een zelfstandigenverklaring ontmoet systematische bezwaren, belooft waarschijnlijk meer duidelijkheid en zekerheid dan valt waar te maken, roept vragen op over nut en noodzaak en is de troepen te ver vooruit gesneld. Het is verstandig het voorstel om te komen tot een zelfstandigenverklaring te parkeren tot de openbaarmaking van het eerdaags te verwachten rapport van de commissie-Borstlap. Het eindoordeel over het voorstel om te komen tot bestuurlijke handhaving (inclusief de administratieve verplichtingen over en weer), waaronder het kunnen opleggen van een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom, luidt dat dit voorstel voert tot een bureaucratie van kafkaëske proporties.
Leden van de expertcommissie zijn:
mr. dr. Lucy van den Berg (universitair docent sociaal recht VU Amsterdam)
mr. Astrid Helstone (partner arbeidsrecht Stibbe Amsterdam)
prof. mr. Frans Pennings (hoogleraar sociaal recht Utrecht)
prof. mr. Leonard G. Verburg (hoogleraar arbeidsrecht Nijmegen), voorzitter
Klik hier om het rapport te lezen.
Coulanceregeling ‘schriftelijk arbeidsovereenkomst’ premiedifferentiatie WW
Eveneens op 9 december jl. verscheen een Kamerbrief van onze minister van SZW over administratieve vereisten WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract. Zoals bekend komt een werkgever in aanmerking voor een lage WW-premie indien sprake is van een ondertekende arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (niet zijnde een oproepovereenkomst). Om de administratieve lasten te beperken is geregeld dat werkgevers niet een geheel nieuwe arbeidsovereenkomst hoeven op te maken, maar kunnen volstaan met een schriftelijk, door beide partijen ondertekend addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. In samenspraak met de Belastingdienst geeft de minister werkgevers daarom drie maanden extra de tijd om te voldoen aan deze administratieve vereisten voor de lage WW-premie. Uiterlijk voor 1 april 2020 dient voor deze werknemers de door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst of het door beide partijen ondertekende schriftelijke addendum in de loonadministratie aanwezig te zijn en moet daaruit blijken dat de werknemer reeds op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was. Als niet voor 1 april 2020 aan deze voorwaarden is voldaan maar de arbeidsovereenkomst wel voortduurt na 31 maart, is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Verzamelwet SZW 2020 aangenomen
Tot besluit wijzen wij u kort op de op 10 december jl. aangenomen Verzamelwet SZW 2020 als gevolg waarvan onder meer de ‘i-grond’ wordt gewijzigd van ‘bedoeld in de onderdelen c tot en met h’ in ‘bedoeld in de onderdelen c tot en met e, g en h’. Oftewel, de f-grond-omstandigheden mogen niet cumuleren met andere omstandigheden. Voor de overige wijzigingen verwijzen wij u naar de website van de Eerste Kamer. Klik hier om te raadplegen.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Kantonrechter veroordeelt werkgever ‘slapend dienstverband’ op te zeggen onder verwijzing naar Hoge Raad
In AR 2019-1302 veroordeelt de Kantonrechter Rotterdam in kort geding de werkgever de arbeidsovereenkomst op te zeggen met instemming van de werknemer onder betaling van een transitievergoeding van € 81.000. De omstandigheid dat werknemer bijna de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt (binnen twee weken), levert geen gerechtvaardigd belang op om de arbeidsovereenkomst in stand te houden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft VT in het kader van deze procedure onvoldoende aannemelijk gemaakt dat voorfinanciering van de transitievergoeding van werknemer leidt tot ernstige financiële problemen. Bij de toelichting op de financiële problemen heeft VT de andere vijf ‘slapers’ betrokken, doch dat is in dit kader niet (alles)beslissend. Het gaat er immers om of VT in directe financiële problemen terecht zou komen als zij de transitievergoeding van werknemer zou moeten voorfinancieren. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gebleken, nu VT geen financiële stukken of jaarcijfers in het geding heeft gebracht, waaruit blijkt hoe het financieel met haar onderneming gesteld is. Anderzijds wil de kantonrechter wel aannemen dat het voorfinancieren van de transitievergoedingen van ‘slapers’ een behoorlijke last voor VT oplevert en om die reden bestaat er aanleiding om VT een ruimere termijn dan genoemd in artikel 7:686a lid 1 BW te gunnen om de transitievergoeding aan werknemer te voldoen. De kantonrechter zal om die reden in het dictum van het vonnis bepalen dat VT de transitievergoeding uiterlijk op 1 juli 2020 dient te voldoen, te weten drie maanden na de inwerkingtreding van de WCT.
Picnic: alleen de vennootschap die daadwerkelijk de online supermarkt exploiteert, valt onder de werkingssfeer van de cao voor het levensmiddelenbedrijf
In AR 2019-1292 oordeelt de rechter over de vraag of de Picnic-vennootschappen, dan wel één of meer daarvan, onder de werkingssfeer van de cao voor het levensmiddelenbedrijf vallen. Daarbij neemt de kantonrechter het volgende in aanmerking. Het begrip ‘winkel’ in de zin van de werkingssfeerbepaling van de cao moet aldus worden uitgelegd dat het gaat om een fysieke óf een virtuele inrichting, of beide. Het betoog van Picnic c.s. dat zij daar niet onder vallen omdat zij geen fysieke winkel exploiteren, kan niet worden gevolgd omdat dit de werkingssfeer sterk zou beperken.
Ten aanzien van het begrip ‘werkgever’ is de kantonrechter van oordeel dat in de definitiebepalingen noch elders in de cao een aanknopingspunt te vinden is voor de opvatting dat het begrip ‘werkgever’ in artikel 2c van de cao zo moet worden opgevat dat daaronder ook rechtspersonen kunnen worden geschaard die weliswaar niet zelf een winkel exploiteren, maar waarvan de activiteiten op een of andere manier samenhangen met het exploiteren van een winkel door een andere rechtspersoon die binnen dezelfde groep of hetzelfde concernverband opereert. Er zal dan ook per werkgever (dus per rechtspersoon die werknemers in dienst heeft) moeten worden bezien of de cao van toepassing is, hetgeen het geval als die werkgever een, in dit geval, virtuele inrichting exploiteert waar een verscheidenheid aan gebruiksartikelen wordt verkocht. (Red.: vergelijk HR 23 september 2016, AR 2016-1058).
Ontslag wegens verhuizende werknemer?
In AR 2019-1304 staat de vraag centraal of werkgever een h-grond heeft indien een werknemer verhuist, waardoor mogelijke strijdigheid met de Arbeidstijdenwet ontstaat dan wel de inzetbaarheid en productiviteit van werknemer afneemt. De werkgever stelt zich op het standpunt dat uit de arbeidsovereenkomst blijkt dat de werkzaamheden in standplaats A worden verrichten en werknemer derhalve gehouden was in (de regio van) A te wonen. Werkgever gaat uit van een werkdag voor haar monteurs van acht uren, waarvan drie uren reistijd zijn. Dat betekent dat vijf uur per dag declarabel is. De extra reistijd van [verweerder] is drie uur per dag. Dat betekent dat hij nog maar voor 2 uur per dag declarabel kan worden ingezet. Op jaarbasis levert dat een productieverlies op van € 54.570. Het hof oordeelt dat van een uitdrukkelijke ‘arbeidsvoorwaarde’ geen sprake is. Wel blijkt uit alles dat inzetbaarheid van de werknemer in de regio een omstandigheid is geweest waar beide partijen van uit zijn gegaan. Van een goed werkgever mag echter, ook wanneer deze geconfronteerd wordt met een voor hem belastende woonplaatskeuze van de werknemer, verwacht worden dat hij de nieuwe realiteit tot uitgangspunt neemt en de mogelijkheden van inzet van de werknemer daarin onderzoekt. Dat de werknemer van zijn kant ook enig water in de wijn moet doen omdat hij de belastende situatie in het leven heeft geroepen, kan daarbij overigens zeer wel aan de orde zijn. Omdat werkgever onvoldoende heeft gedaan een oplossing te zoeken, maar vooral heeft vastgehouden aan het formele ‘woonplaats’-standpunt, is onvoldoende sprake van een h-grond.
Ondernemingskamer: regeling samenstelling RvC met benoemde minderheid afhankelijke RvC-leden is toegestaan
In AR 2019-1285 kan de ondernemingsraad zich met name niet verenigen met artikel 22 lid 1 van de gewijzigde statuten van Asparagus waaruit volgt dat één van de drie of twee van de vijf leden van de raad van commissarissen banden mogen hebben met ZON of LLTB. De klacht van de ondernemingsraad dat Limgroup c.s. in redelijkheid niet tot het opnemen van deze bepaling konden komen slaagt niet. Niet vereist is dat te allen tijde alle commissarissen onafhankelijk zijn. Ook indien een minderheid van de commissarissen afhankelijk is, kan sprake zijn van een voldoende evenwichtige samenstelling. Uit de desbetreffende bepaling in de statuten van Asparagus volgt dat steeds een meerderheid van de commissarissen onafhankelijk is.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof
- Gerechtshof Den Haag Hof gelast op verzoek van werkneemster voorlopig getuigenverhoor, aangaande de totstandkoming van objectieve criteria ten aanzien van voorwaardelijke vrijwillige vertrekregeling (stimuleringsregeling). Verzoek niet enkel gebaseerd op vermoedens en speculaties. 03-12-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geen ontbinding arbeidsovereenkomst op de h-grond vanwege verhuizing van werknemer. Woonplaats is in dit geval geen overeengekomen arbeidsvoorwaarde. Onvoldoende onderbouwing van verlies aan productiviteit en/of verminderde inzetbaarheid van werknemer. Goed werkgeverschap. 29-11-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verzoekschrift in eerste aanleg is onterecht tegen werkgeefster als natuurlijke persoon ingesteld. Daarom is sprake van een juridische en/of feitelijke misslag. Incidenteel verzoek in hoger beroep tot schorsing bestreden beschikking toegewezen. 28-11-2019
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer heeft onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van de zaak in hoger beroep. Hoger beroep wordt verworpen. 26-11-2019
- Gerechtshof Den Haag Werkgeefster mocht er slechts op vertrouwen dat werknemer instemde met de wijziging van de arbeidsovereenkomst, indien zij op grond van verklaringen of gedragingen van werknemer mocht aannemen dat deze welbewust met die wijziging instemde. Daar is geen sprake van. 26-11-2019
- Gerechtshof Den Haag Werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door onder meer de ernstige beschuldigingen in deze procedure jegens werkneemster op geen enkele wijze te kunnen waarmaken. Aan werkneemster wordt een billijke vergoeding toegekend. 26-11-2019
- Gerechtshof Amsterdam Afwijzing incidenteel verzoek om schorsing van bestreden beschikking voor de duur van het geding in hoger beroep, omdat niet is gebleken dat tenuitvoerlegging van de beschikking misbruik van executiebevoegdheid oplevert. 19-11-2019
- Gerechtshof Amsterdam Werkgever heeft met de in de terugbetalingsbepalingen geregelde gevallen zijn investeringen in de opleiding van werkneemster als werknemer willen veiligstellen. De terugbetalingsbepalingen dienen daarom zo te worden uitgelegd dat werkneemster, ook als zij tijdens haar opleiding bij AristoZorg zou vertrekken, tot terugbetaling van de studiekosten gehouden was. 12-11-2019
- Gerechtshof Amsterdam Faillissement Spaanse dochtervennootschap en Nederlandse moedervennootschap. Arbeidsverhouding wordt getoetst naar communautair recht. Op de insolventierechtelijke aspecten van de vorderingen is Nederlands recht van toepassing. Achterstallig loon is deels een boedelschuld. Door Spaanse rechter aan werknemers toegekende schadevergoeding is een boedelschuld. 12-11-2019
- Gerechtshof Amsterdam Niet vereist is dat te allen tijde alle commissarissen onafhankelijk zijn. Ook indien een minderheid van de commissarissen afhankelijk is, kan sprake zijn van een voldoende evenwichtige samenstelling. Limgroup c.s. heeft daarom bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot bestreden besluit kunnen komen. 31-10-2019
- Gerechtshof Amsterdam Het benoemen van werknemer tot hoofdconciërge is slechts het formaliseren geweest van een bestaande situatie. Met de Commissie is de Ondernemingskamer daarom van oordeel dat deze benoeming geen beleidsmatig maar een individueel karakter heeft, waarvoor de PMR geen instemmingsbevoegdheid heeft. 23-10-2019
- Gerechtshof Amsterdam Het voorleggen en vervolgens intrekken van het voorgenomen besluit zonder enig besluit te nemen is geen correcte nakoming van inhoud en strekking van de afspraak uit 2008, noch van de uitspraak van het hof van 2014. 23-04-2019
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren afgewezen. De ongeschiktheid voor de functie is onvoldoende onderbouwd. Het is niet de bedoeling dat de h-grond als restcategorie wordt ingezet. 05-12-2019
- Rechtbank Limburg Werkneemster voldeed aan de voorwaarden uit de cao. Werkgever mocht niet aan het functioneren van werkneemster achteraf voorwaarden stellen teneinde het rechtsgevolg van conversie van de arbeidsovereenkomst in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te ontlopen. 04-12-2019
- Rechtbank Noord-Nederland Werknemer die op grond van de AVG inzage wenst in onderzoeksrapport werkgever is niet-ontvankelijk in zijn verzoek, nu hij niet binnen zes weken na de afwijzing van het eerste verzoek aan werkgever om inzage een verzoekschrift bij de rechtbank heeft ingediend. 04-12-2019
- Rechtbank Amsterdam De organisatie van Picnic B.V. bestaat uit verschillende vennootschappen die verschillende activiteiten verrichten. Alleen de vennootschap die daadwerkelijk de online supermarkt exploiteert, valt onder de werkingssfeer van de cao voor het levensmiddelenbedrijf. Vordering van de FNV afgewezen. 03-12-2019
- Rechtbank Rotterdam Belang werkgever bij handhaving concurrentie- en relatiebeding weegt op tegen belang werknemer om in dienst te kunnen treden bij concurrent. Niet onaannemelijk dat werknemer – die zelf arbeidsovereenkomst beëindigde – door kennis en ervaring in staat is schade te berokkenen aan werkgever. 03-12-2019
- Rechtbank Den Haag Sprake van beëindiging met wederzijds goedvinden, omdat werknemer schriftelijk, duidelijk en ondubbelzinnig heeft ingestemd met de beëindiging. Dit volgt uit de medewerking van werknemer aan het transitieplan. Verzoek tot betaling van transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding afgewezen. 27-11-2019
- Rechtbank Rotterdam Werkgever wordt in kort geding veroordeeld slapend dienstverband zonder inachtneming van een opzegtermijn op te zeggen. Opzegging met instemming van bijna AOW-gerechtigde werknemer. Werkgever krijgt tot 1 juli 2020 de gelegenheid de transitievergoeding te betalen. 25-11-2019
- Rechtbank Amsterdam Advocaat X heeft een beroepsfout gemaakt door niet tijdig een procedure in te stellen. Aan werknemer wordt een schadevergoeding van vijf maanden (netto)loon toegekend. 22-11-2019
- Rechtbank Noord-Holland Werkgever handelt ernstig verwijtbaar door tot drie keer toe zonder redelijke grond de loonbetaling te staken en het mediationtraject niet in gang te zetten. Toewijzing ontbindingsverzoek werkneemster onder toekenning transitievergoeding (€ 9.000) en billijke vergoeding (€ 18.000). 19-11-2019
- Rechtbank Den Haag Ontslag op staande voet wegens diefstal van sieraden van bewoners in zorginstelling blijft in stand. 19-11-2019
- Rechtbank Den Haag Kort geding. Relatiebeding mag niet aan werknemer worden tegengeworpen, aangezien artikel 9a Waadi van toepassing is. 13-11-2019
- Rechtbank Amsterdam Customer Succes Manager wordt door concurrentiebeding niet onbillijk benadeeld. Werkneemster heeft zelf de arbeidsovereenkomst opgezegd en heeft ook aanbiedingen ontvangen van bedrijven die niet direct concurreren met werkgever. Vordering tot schorsing beding afgewezen. 12-11-2019
- Rechtbank Rotterdam Werknemer berust in opzegging. Verzoek om uitbetaling van opgebouwde, niet-genoten vakantiedagen en betaling van de wettelijke transitievergoeding toegewezen. Verzoek tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding afgewezen. 12-11-2019
- Rechtbank Den Haag De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de g-grond nu partijen het erover eens zijn dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Een billijke vergoeding wordt niet toegekend omdat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever. 07-11-2019
- Rechtbank Noord-Holland Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Niet aannemelijk is geworden dat werknemer de zonnebril van de directeur heeft gestolen. Ontbinding op g-grond. Verstoring te wijten aan het onrechtmatig gegeven ontslag op staande voet. Billijke vergoeding (€ 5.500) wegens ernstig verwijtbaar handelen werkgever. 07-11-2019
- Rechtbank Den Haag Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een vertrouwensbreuk. Kans op vruchtbare samenwerking is niet reëel. Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding. Geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen. 23-08-2019