Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2020
Uitspraken van 16-04-2020 tot 22-04-2020
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR-commentaar Joop van Zijl: O jee, de Now
In dit AR-commentaar staat Joop van Zijl stil bij de NOW-regeling. Hij bespreekt uitvoerig de regeling en verwerkt daarin de toelichting van de NOW, de gewijzigde NOW en de overwegingen tijdens het Kamerdebat van 10 april over deze regeling. Aan de hand van veel (reken)voorbeelden laat hij verschillende effecten van de NOW zien. Klik hier om het commentaar te lezen.

Arbeidsrecht en Corona: hoe pakken andere landen het aan?
Graag wijzen wij u op het volgende wetenschappelijke platform https://illej.unibo.it/, waar een themanummer aan Covid-19 en arbeidsrecht is gewijd. Vanuit bijna 40 verschillende landen wordt gereflecteerd op arbeidsrechtelijke interventies en maatregelen die getroffen worden in deze uitzonderlijke tijd.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Hoge Raad stelt prejudiciële vragen in Heiploeg-zaak
In AR 2020-0458 stelt de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over een doorstart van een onderneming na (pre-pack)faillietverklaring. In een uitvoerig gemotiveerd arrest geeft de Hoge Raad aan wat het ‘doel van de Nederlandse faillissementsprocedure’ is en dat bij de ‘pre-packpraktijk’ wel degelijk sprake is van ‘overheidstoezicht’. Om die redenen is naar het voorlopig oordeel van de Hoge Raad geen sprake van een ‘Smallsteps’-doorstart waarop de gewone regels van overgang van onderneming van toepassing zouden zijn. Belangrijke verschillen met Smallsteps vindt de Hoge Raad: (a) de beoordelingsmarge die verwijzende rechters toekomt, (b) dat in Smallsteps de Nederlandse faillissementspraktijk en de pre-packprocedure in het algemeen, niet ten volle tot uitdrukking zijn gekomen en (c) dat bij Heiploeg de doorstarter geen aan de Heiploeg-oud gelieerde onderneming was. Omdat evenwel twijfel bestaat over de toepasselijkheid van Smallsteps en de uitleg van artikel 5 Richtlijn 2001/23/EG, worden prejudiciële vragen gesteld. To be continued…

Hoge Raad: geen partiële transitievergoeding bij substantiële loonsverlaging
In AR 2020-0435 oordeelt de Hoge Raad of een substantiële loonsverlaging op gelijke wijze moet worden behandeld als een substantiële arbeidsduurvermindering en bijgevolg aanspraak geeft op een partiële transitievergoeding. De Hoge Raad oordeelt dat een substantiële loonsverlaging niet gelijk kan worden gesteld met een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bijgevolg komt een werknemer in een dergelijk geval geen gedeeltelijke transitievergoeding toe, terwijl dit bij een gedeeltelijke beëindiging wel het geval is (zie Kolom-beschikking, AR 2018-1037).

Hoge Raad: werknemer mag re-integratieverplichtingen opschorten als werkgever loon weigert te betalen
In AR 2020-0441 staat de vraag centraal of een werknemer de nakoming van zijn re-integratieverplichtingen ex artikel 7:660a BW mag opschorten gedurende de periode dat de werkgever nalaat loon te betalen. Meer in het bijzonder staat de vraag centraal of er voldoende samenhang is tussen reeds verstreken loonperiodes en de re-integratieverplichtingen. Volgens de Hoge Raad is die samenhang er. De arbeidsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst, waarbij de werkgever loon betaalt en werknemer arbeid verricht. Uit het samenstel van artikel 7:627, 7:629, 7:658a en 7:660a BW volgt dat enerzijds de verbintenis van de werkgever om loon te betalen (en dat loon binnen de in de wet bepaalde grenzen door te betalen tijdens arbeidsongeschiktheid van de werknemer) en anderzijds de verplichting van de werknemer om arbeid te verrichten (en tijdens zijn arbeidsongeschiktheid te voldoen aan re-integratieverplichtingen), tegenover elkaar staan in de zin van artikel 6:262 lid 1 BW. Daaraan staat niet in de weg dat de desbetreffende verplichting van de werknemer betrekking heeft op een later tijdvak dan het tijdvak waarover de werkgever zijn verbintenis tot betaling van loon niet is nagekomen.

Werknemer die zelf ontslag neemt, heeft geen recht op transitievergoeding omdat medewerker financiën daarover iets zegt
In AR 2020-0445 oordeelt de rechter dat werknemer aan de mededeling van een medewerker financiën niet het gerechtvaardigd vertrouwen mocht ontlenen dat hij een transitievergoeding zou ontvangen als hij zelf ontslag neemt. De opmerking: ‘Klopt, de transitievergoeding, daar heb je recht op als je langer dan 2 jaar in dienst bent geweest. Die is : € 1.530,- in jou geval. (…)’ is daartoe onvoldoende. Temeer omdat werknemer wist hij dat voor arbeidsrechtelijke zaken bij iemand anders moest zijn en de medewerker financiën niet wist dat werknemer reeds had opgezegd.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep