Naar boven ↑

Update

Nummer 10, 2024
Uitspraken van 29-02-2024 tot 06-03-2024
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding
Afgelopen vrijdag heeft de Ministerraad ingestemd met het Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding. Door deze wet worden de bestaande regels die gelden voor het concurrentiebeding aangescherpt:
(a) een concurrentiebeding kan maximaal één jaar effect hebben na het einde van de arbeidsovereenkomst;
(b) de werkgever moet de duur schriftelijk motiveren;
(c) de werkgever moet het geografisch bereik schriftelijk motiveren;
(d) het zwaarwegende bedrijfs-of dienstbelang voor een concurrentiebeding moet schriftelijk worden gemotiveerd voor alle arbeidsovereenkomsten (dus niet alleen voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, zoals nu het geval is);
(e)  een werkgever moet de werknemer een vergoeding betalen wanneer een beroep op het concurrentiebeding wordt gedaan;
(f) de vergoeding bedraagt 50% van het laatstverdiende maandloon, voor elke maand  dat het concurrentiebeding wordt ingeroepen. Wordt het beding bijvoorbeeld voor zes maanden ingeroepen, dan heeft de werknemer recht op een vergoeding van drie maanden loon.

Uit de memorie van toelichting volgt uitdrukkelijk dat de nieuwe regeling ook betrekking heeft op relatiebedingen (en onder omstandigheden antironselbedingen), maar niet op geheimhoudingsbedingen.

Over de (rechts)gevolgen voor het concurrentiebeding in geval van faillissement regelt het onderhavige voorstel niets, maar wordt verwezen naar het in voorbereiding zijnde Wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement.

Het nieuwe tweede lid bepaalt dat een concurrentiebeding slechts van toepassing is indien de werkgever zich schriftelijk en tijdig op het beding beroept. Het derde lid regelt wanneer de werkgever uiterlijk een beroep op het beding mag doen. Als uitgangspunt punt geldt uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst.

Er is eerbiedigend overgangsrecht voorzien voor bedingen overeengekomen voor inwerkingtreding van deze wet wat de geldigheidsvereisten betreft. De vergoeding zal wel verschuldigd zijn bij het doen van een beroep op het beding.

De komende zes weken kan men reageren op het wetsvoorstel. Klik hier voor de internetconsultatie.

AR-annotatie Simone Slootweg: het compenseren van samenloop tussen zwangerschaps- en bevallingsverlof en ‘overige dagen’ in het mbo
Graag wijzen wij u op de AR-annotatie van Simone Slootweg bij AR 2024-0128. In deze noot schetst zij de rechtspraak van de Hoge Raad over samenloop van vakantieverlof en zwangerschap, alsook de rechtspraak van het Hof van Justitie EU en staat zij stil bij de vraag hoe ‘verlofdagen’ (anders dan vakantieverlof) moeten worden geduid in het gelijkebehandelingsrecht. De kwestie ligt thans als prejudiciële vraag voor bij de Hoge Raad. Een belangwekkende en impactvolle kwestie die op zeer toegankelijke wijze wordt geduid. Een must read!

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Picnic c.s. exploiteren een winkel waar overwegend levensmiddelen worden verkocht (cao voor het Levensmiddelenbedrijf)
In AR 2024-0290 treffen we de Picnic-uitspraak aan. De centrale vraag was of Picnic c.s. onder de werkingssfeer van de algemeenverbindende cao voor het Levensmiddelenbedrijf viel. Volgens Picnic c.s. is dit niet het geval daar zij geen winkel exploiteren. Volgens Picnic c.s. bestaan de werkzaamheden geheel of voor het merendeel uit e-fulfilment. Die werkzaamheden worden verricht vanuit hubs en/of fulfilmentcenters en dat zijn geen winkels. De rechtbank oordeelt anders. De rechtbank is van oordeel dat de inpak- en bezorgwerkzaamheden die door deze werkgevers worden verricht samenhangen met de exploitatie van de virtuele winkel door de onderneming of de groepsvennootschap. De virtuele winkel in levensmiddelen is de kernactiviteit. Dat de klant de levensmiddelen online kan bestellen en thuisbezorgd krijgt, maakt niet dat er sprake is van een geheel ander product. Het gaat nog steeds om de verkoop van levensmiddelen en de thuisbezorging draagt slechts bij aan de totstandkoming van de koopovereenkomst. Het inpakken en bezorgen van de levensmiddelen staat geheel ten dienste van de verkoop en de verstrekking van levensmiddelen aan klanten en is daarom ondersteunend aan die kernactiviteit. De in de hubs en fulfilmentcenters verrichte activiteiten vallen daarmee onder de exploitatie van een winkel en de aldaar werkzame medewerkers werken in een onderdeel van de winkel.

Ambtenaar mag zich stevig uitlaten op sociale media (‘Uw belastinggeld gaat naar Afghanistan’; ‘Ik haat die mensen die ons dit aandoen, dit zinloze allesverwoestende kutbeleid’) ondanks artikel 10 AW
In AR 2024-0317 oordeelt de rechter dat werkneemster als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling gebonden is aan artikel 10 Ambtenarenwet 2017 (AW) (zich onthouden van gedachten of gevoelens die goede uitoefening van functioneren openbare dienst in de weg staan). Bij de beoordeling daarvan kunnen wegingsfactoren worden gehanteerd, zoals (1) de afstand tussen de functie van de betrokken ambtenaar en het beleidsterrein waarover de uitlatingen zijn gedaan, (2) de politieke gevoeligheid van de materie, (3) het tijdstip waarop de uitspraken worden gedaan, (4) de wijze waarop de uitspraken zijn gedaan; (5) de voorzienbaarheid van de schadelijkheid ten tijde van de uitspraken en (6) de ernst en duur van de door de uitspraken ontstane problemen voor de dienstvervulling van de betrokken ambtenaar of het functioneren van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met de dienstvervulling. Daarbij is van belang dat volgens de wetgever de aantasting van het goede functioneren niet zo snel aangenomen dient te worden, omdat de openbare dienst in een democratische samenleving in staat moet zijn de spanningen en complicaties als gevolg van de uitoefening van grondrechten door de ambtenaren te kunnen verdragen. Dat betekent dat de aantasting van het goede functioneren voldoende zwaarwegend moet zijn. De verstoring ten gevolge van de gedragingen van de ambtenaar moet bovendien van een zekere ernst en duur zijn, wil er sprake zijn van een overschrijding van de grens van artikel 10 AW. De grens is volgens de rechter niet overschreden.

Verzoek is binnen vervaltermijn via Veilig Mailen ingediend, nazenden verzoekschrift per post is geen dwingend wettelijk vereiste voor ontvankelijkheid
In AR 2024-0286 oordeelt de kantonrechter dat werknemer zijn verzoek binnen de vervaltermijn van drie maanden per Veilig Mailen heeft ingediend. Dat in het procesreglement staat dat het verzoekschrift na verzending via Veilig Mailen direct per post moet worden ingediend, is geen extra (dwingend) wettelijk vereiste voor de ontvankelijkheid. Van belang is of het verzoekschrift binnen de daarvoor gestelde termijn is ontvangen.

Klachtplicht (art. 6:89 BW) geldt niet voor loonvordering (geen gebrek, maar uitblijven van prestatie)
In AR 2024-0304 oordeelt de kantonrechter dat de klachtplicht (artikel 6:89 BW) in het kader van een loonvordering niet opgaat. Werkgever wees erop dat werkneemster twee jaar lang niet heeft geklaagd over de hoogte van haar loon, dat steeds uitbetaald is op basis van een arbeidsovereenkomst van 28 uur per week. Artikel 6:89 BW ziet weliswaar op alle verbintenissen, maar voor een geslaagd beroep op de klachtplicht moet sprake zijn van een gebrek in een prestatie. Daarvan is bij een loonvordering geen sprake. In dat geval is immers sprake van het uitblijven (geheel of gedeeltelijk) van een prestatie. Het honoreren van een beroep op de klachtplicht ten aanzien van een loonvordering doet bovendien geen recht aan de bijzondere relatie tussen werkgever en werknemer.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank