Naar boven ↑

Update

Nummer 14, 2021
Uitspraken van 01-04-2021 tot 07-04-2021
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Hof verbetert grondslag ontbinding eerste aanleg van g naar i en kent 0,25 transitievergoeding (i-vergoeding) toe
In AR 2021-0416 oordeelt het hof dat de reeds ontbonden arbeidsovereenkomst (g-grond) in hoger beroep op de i-grond wordt ontbonden met een 0,25 transitievergoeding als additionele i-vergoeding. Van een d-grond was onvoldoende sprake omdat de werkgever te weinig professionele begeleiding in de communicatieverbetering (agressieve reacties bij confrontaties met collega’s) heeft geboden. Van een g-grond was geen sprake, omdat werkgever niet tijdig genoeg heeft ingegrepen om escalatie te voorkomen. De i-grond is hier de juiste grondslag met een vergoeding van 0,25 extra transitievergoeding aan i-vergoeding wegens het onjuiste verbetertraject.

Hoger beroep Mecanoo-zaak: werkneemster dient € 300.000 billijke vergoeding terug te betalen
In AR 2021-0415 oordeelt het hof in hoger beroep van Mecanoo dat werkneemster de billijke vergoeding van ruim drie ton moet terugbetalen. Anders dan de kantonrechter wijt het hof de verstoorde arbeidsrelatie (grotendeels ook) aan de houding van werkneemster. Het hof constateert op basis van de stukken en de verklaringen van partijen ter zitting dat de verstoring van de arbeidsverhouding op zijn minst ook is gelegen in de defensieve houding van werkneemster en een bepaald onvermogen om te reflecteren op de ontvangen feedback. Dit lijken belangrijke factoren geweest te zijn die hebben bijgedragen aan het in stand houden van het hoogopgelopen arbeidsconflict. De verharding tussen partijen en daarmee de duurzaam verstoorde arbeidsverhouding is door de onverzoenlijke houding van werkneemster voor een deel aan haarzelf te wijten. Zie voor eerste aanleg AR 2020-1087.

Zorg-au-pair die 24 uur per dag bij cliënt in huis is om ‘op afroep van 5,5 uur per dag’ beschikbaar te zijn, heeft recht op 24 uur loon per dag
In AR 2021-0424 oordeelt het hof dat de verplichting 24 uur per dag bij een klant in te wonen om zorg te verlenen terwijl slechts 5,5 uur wordt uitbetaald, onjuist is. De verplichte aanwezigheid maakt dat die tijd kwalificeert als arbeidstijd. Bij gebreke van duidelijke afspraken over verloonde arbeidstijd wordt het gemiddelde uurloon van werknemer genomen, € 10,35. Het hof verwijst naar de recente beschikbaarheids- en aanwezigheidszaken van het Hof van Justitie EU (AR 2021-0390).

Tegenstrijdig oordeel arboarts en deskundigenoordeel UWV: (w)elke rangorde?
In AR 2021-0408 staat de vraag centraal hoe tegenstrijdige oordelen van de arboarts en de UWV-verzekeringsarts te waarderen. Het hof merkt op dat vaststaat dat werknemer niet gezien is door een bedrijfsarts (een gespecialiseerd arts), maar door een arboarts (een basisarts), en dat de arboarts geen contact heeft gehad (en ook niet wilde) met de huisarts, terwijl de verzekeringsarts van het UWV wel een brief van de huisarts had ontvangen. Verder merkt het hof nog op dat het deskundigenoordeel steun vindt in de rapportage en in het patiëntendossier. Het hof ziet ook geen overige contra-indicaties tegen het deskundigenoordeel. Dit alles maakt dat het hof in dit geval meer gewicht toekent aan het rapport van de verzekeringsarts van het UWV dan aan dat van de arboarts.

(Corona)zorgbonus: geen afdwingbaar recht werknemer, maar aanvraag mogelijkheid voor werkgever
In AR 2021-0407 staat (onder meer) de vraag centraal of werkneemster – werkzaam in de zorg – bij haar werkgever een zorgbonus kan vorderen. Naar het oordeel van de kantonrechter bestaat er geen juridische verplichting van de werkgever om een bonus aan te vragen.

WNRA: bovenwettelijke WW en transitievergoeding vallen onder uitzondering WNT
In AR 2021-0395 oordeelt de rechtbank dat de ‘nawettelijke WW’ op grond van de Cao Gemeenten op grond van de pre-WNRA CRvB-jurisprudentie onder de uitzondering van de WNT valt. De Centrale Raad van Beroep heeft onder het regime van de CAR/UWO geoordeeld dat de passende regeling, waarin de wachtgeldregeling moest worden betrokken, viel onder de uitzondering bedoeld in artikel 1.1 onder i WNT, alsmede dat een eenmalige afkoop van de uitkeringsrechten die voortvloeien uit de CAR/UWO moest worden geacht rechtstreeks, dwingend en eenduidig uit de rechtspositieregeling voort te vloeien, mits werd uitgegaan van de gebruikelijke afkoopwaarde (CRvB 29 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:216 en CRvB 29 juni 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1924). Dezelfde uitzondering geldt (natuurlijk) voor de transitievergoeding.

Payrollwerkgever geen vorderingsrecht op eindgebruiker bij doorlening
In AR 2021-0396 oordeelt de rechtbank dat een door het uitzendbureau ingeschakeld payrollbedrijf geen zelfstandig vorderingsrecht heeft op de opdrachtgever van het uitzendbureau, wegens het ontbreken van een contractuele betrekking. Waar arbeidsrechtelijk de relatie (soms) van kleur verschiet (Taxi Dorenbos-arrest), is dat in de zakelijke verhoudingen tussen inlener, doorlener en payroller niet (snel) het geval.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank