Naar boven ↑

Update

Nummer 22, 2023
Uitspraken van 25-05-2023 tot 31-05-2023
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Nieuws: Wet toekomst pensioenen aangenomen
Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer dinsdagavond, 30 mei, ingestemd met de Wet toekomst pensioenen. De Wet gaat daarmee op 1 juli aanstaande in. Op die datum start een overgangsfase van enkele jaren waarin eerst werkgevers en werknemers met elkaar afspraken gaan maken over het aanpassen van hun pensioenregeling en daarna pensioenuitvoerders deze afspraken gaan uitvoeren. Meer informatie over het nieuwe stelsel is te vinden op www.onsnieuwepensioen.nl.

Er is tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer nog een aantal moties aangenomen, waaronder de oproep om RVU-regelingen voort te zetten in samenspraak met sociale partners. Zie uitgebreider het verslag op de website van de Eerste Kamer.

AR-annotatie Ruben van Arkel: Onvoorwaardelijk recht op pensioenindexatie kan soms toch worden gewijzigd
Uitgerekend op ‘the day after’ verschijnt een prachtige annotatie van Ruben van Arkel bij het arrest van de Hoge Raad over ‘wijziging van pensioenen’ (AR 2023-0512). In deze AR-annotatie staat Van Arkel stil bij het complexe vraagstuk van voorwaardelijke en onvoorwaardelijke pensioenaanspraken en de (on)mogelijkheid tot wijziging ervan. Hij brengt het AFM-arrest ook in verbinding met IFF en legt uit dat bij het ontbreken van artikelen 19 PW en 7:613 BW een wijziging op grond van artikel 7:611 BW is toegestaan. Ten slotte stelt hij de vraag aan de orde of absoluut onvoorwaardelijke pensioenaanspraken (art. 20 PW) niet alsnog via artikel 6:248 lid 2 BW gewijzigd kunnen worden. Kortom, food for thought!

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: Slaapwacht verricht geen slaapdienst in de zin van de cao Sociaal Werk
De zaak AR 2023-0652 gaat in de kern over de uitleg van het begrip ‘slaapdienst’ in de (algemeen verbindend verklaarde) Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Meer in het bijzonder gaat deze zaak over de vraag of de werknemers, die werkzaam zijn als ‘slaapwacht’, op grond van hun arbeidsovereenkomst ‘uitsluitend slaapdiensten’ verrichten zoals bedoeld in artikel 6.14 cao en daarom in aanmerking komen voor het volledige uurloon over zogenoemde rusturen in plaats van 50% van het uurloon. Het hof had geoordeeld dat werknemers recht hadden op 100% van het uurloon. De Hoge Raad overweegt dat dit getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en verkeerde uitleg van de cao. De enkele benaming van een functie in de arbeidsovereenkomst maakt nog niet dat van een ‘slaapdienst’ in de zin van de cao sprake is.

TU Delft was als goed werkgeefster in redelijkheid niet gehouden aan directeur na twee jaar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden wegens goed functioneren
In AR 2023-0629 oordeelt het Hof Den Haag over de vraag of de TU Delft terecht mocht besluiten geen vast dienst verband aan te bieden aan (een zieke) directeur. Het hof oordeelt dat de TU binnen de bandbreedte van artikel 7:611 BW is gebleven en op terechte gronden – vanwege kritische kanttekeningen bij het functioneren van de directeur – mocht besluiten af te zien van een vast dienstverband.

Weigering werkneemster ondanks herhaald verzoek om zich in te laten schrijven in GBA geen reden voor ontslag
In AR 2023-0638 stelt werkgever dat werkneemster als arbeidsmigrant langer dan vier maanden in Nederland verblijft en aldus ingevolge Richtlijn 2004/38/EG verplicht is zich als ingezetene in te schrijven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente waarin zij verblijft/woonachtig is. Nu zij dit ondanks herhaald verzoek daartoe van werkgever heeft nagelaten, kan hij haar niet langer toelaten tot de bedongen arbeid en heeft hij de arbeidsovereenkomst beëindigd per 14 juli 2022. De kantonrechter oordeelt dat de omstandigheid dat werkneemster niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven, geen reden is voor werkgever om werkneemster niet toe te laten tot de werkzaamheden. De verplichting om zich in te schrijven als ingezetene werkt immers niet door in de verhouding van een werknemer tot de werkgever. Als Unieburger hoefde werkneemster niet over een werkvergunning te beschikken. De door Wijndomein Sint Martinus aangevoerde regels zien bovendien op verplichtingen van werkneemster ten opzichte van de Nederlandse overheid, niet op verplichtingen ten opzichte van de werkgever. Het vorenstaande brengt met zich dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd per 14 juli 2022 en aldus van rechtswege pas is geëindigd op 27 november 2022. Ingevolge artikel 7:628 BW komt het niet werken voor rekening en risico van werkgever.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank