Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe Vaan AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Een gezond, gelukkig, voorspoedig WWZinng (2.0) nieuw jaar gewenst!
Namens de hele AR Updates-redactie wensen wij u een bijzonder gezond, gelukkig, voorspoedig en bovenal WWZinnig 2.0 nieuw jaar toe. Een jaar waarin we weer flink wat arbeidsrechtelijke regelgeving verwachten, zoals de AVG, nieuwe spelregels ontslagrecht, zieke werknemers en flexwerkers. Kortom, ook 2018 belooft weer een jaar vol ontwikkelingen te worden.
Met ruim 1520 gepubliceerde uitspraken heeft u met AR Updates wederom het meest complete overzicht van alle arbeidsrechtelijke uitspraken. Ten opzichte van 2016 (1510 uitspraken) maar een verschil van 0,6%. De WWZ-spurt aan uitspraken lijkt wat te stabiliseren (in 2015:1320, 2015:1100). We starten 2018 gelijk goed met een volle nieuwsbrief (week 52/53) en een fraaie annotatie.
AR Annotatie Loe Sprengers: De meest opvallende medezeggenschapsuitspraak van 2017; over de rol van de ondernemingsraad bij een verkoop van de onderneming
Hoe kan het ook anders dan 2018 te beginnen met een terugblik op het voorgaande jaar? In deze AR Annotatie staat Loe Sprengers stil bij dé medezeggenschapsuitspraak van 2017: de Uniface-zaak. In deze annotatie staat hij stil bij onder meer de reikwijdte van artikel 24 WOR, de (verstrekkende) informatieverplichting van de ondernemer aan de OR, het adviesrecht bij het inschakelen van deskundigen (ook de advocaat) en de rol van medezeggenschap bij een ‘Signing protocol’. Hij sluit af met een handige checklist naar aanleiding van Uniface. Een absolute ‘must read’ voor eenieder die zich met medezeggenschap en in het bijzonder de transactiepraktijk bezighoudt. Klik hier om de noot te lezen.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
HvJ EU: Verordening (EG) nr. 561/2006 verbiedt doorbrengen rusttijd in voertuig
Net voor de kerst wees het HvJ EU een niet onbelangrijke uitspraak voor de (internationale) transportsector inzake arbeid- en rusttijden. Volgens het Hof volgt uit Vo. 561/2006 dat bestuurders van een voertuig hun normale wekelijkse rusttijden bedoeld in dit artikel 8, lid 6, niet in het voertuig mogen doorbrengen. Het feit dat de Vo. niet in een specifieke sanctie voorziet, neemt niet weg dat nationale handhaving en strafbaarstelling is toegestaan. Van strijdigheid met het legaliteitsbeginsel is geen sprake (zie AR 2017-1521).
HR: rechter is niet verplicht voorzieningen te treffen voor de duur van onderbreking bij herstelveroordeling
In AR 2017-1519 oordeelt de Hoge Raad dat de rechter niet verplicht voorzieningen moet treffen voor de duur van de onderbreking bij een herstelveroordeling. In casu had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden op de e-grond (10 februari 2016). Het hof oordeelde anders en veroordeelde de werkgever de arbeidsovereenkomst te herstellen per 1 oktober 2016 zonder nadere voorzieningen nu werkneemster onbetaald verlof had opgenomen voor aanvang ontbindingsprocedure. De Hoge Raad oordeelt als volgt. Wanneer de parlementaire stukken in samenhang worden bezien, blijkt dat de wetgever het aan de rechter heeft willen overlaten om te beoordelen welke voorziening in welk geval nodig is, en dat daarbij geen afwijking is beoogd van het voorheen geldende recht, waarin in artikel 7:682 lid 2 (oud) BW was bepaald dat de rechter bij een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst voorzieningen “kan (…) treffen”. Steun aan die lezing biedt dat de uitdrukking ‘voorzieningen treffen’ inhoudelijk onbepaald is, en dat ook het bepalen dat over de periode van onderbreking geen, of slechts een minimale, betaling behoeft te worden verricht, kan worden beschouwd als een beslissing omtrent het treffen van een voorziening. Artikel 7:682 lid 6 BW moet in het licht van het voorgaande aldus worden begrepen, dat de rechter bij herstel van de arbeidsovereenkomst, als daarbij een periode van onderbreking van die overeenkomst optreedt, moet beslissen of daarvoor een voorziening moet worden getroffen, en, zo ja, welke voorziening. Daarbij geldt, anders dan het middel verdedigt, niet dat de rechter het treffen van een voorziening alleen achterwege mag laten als het wel treffen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
HR: Indien een zaak meervoudig wordt beslist, dan dient een aan de beslissing voorafgaande mondelinge behandeling in beginsel plaats te vinden ten overstaan van de drie rechters of raadsheren die de beslissing zullen nemen
In AR 2017-1518 vernietigt de Hoge Raad de beschikking van het Gerechtshof Den Haag van 6 september 2016, AR 2016-1070. Dit gebeurt niet op arbeidsrechtelijke inhoudelijke gronden, maar omdat de mondelinge behandeling bij het hof ten overstaan van één raadsheer plaatsvond, terwijl de beschikking door drie raadsheren is gewezen. De Hoge Raad herhaalt zijn hoofdregel uit HR 31 oktober 2014, NJ 2015/181 (r.o. 3.5.1): "Indien een zaak meervoudig wordt beslist, brengt de strekking [van het arrest van de Hoge Raad in 2014] mee dat een aan de beslissing voorafgaande mondelinge behandeling die mede tot doel heeft dat de rechter partijen in de gelegenheid stelt hun stellingen toe te lichten, in beginsel dient plaats te vinden ten overstaan van de drie rechters of raadsheren die de beslissing zullen nemen." Deze uitspraak heeft mogelijk gevolgen voor andere beschikkingen die op een zelfde wijze door een hof zijn vormgegeven en waarvan de cassatietermijn (nog) niet is verstreken.
De materiële terugwerkende kracht van de Wet BeZaVa/Besluit Wfsv en/of de onevenredige financiële gevolgen daarvan zijn in strijd met de algemene rechtsbeginselen en/of met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens
Met dank aan mr. Christine Kehrer-Bot die ons wees op de volgende belangrijke uitspraak van de belastingrechter inzake de financiële gevolgen van de invoering van de Wet BeZaVa (AR 2017-1520). Het hof concludeert – kort samengevat – dat de materiële terugwerkende kracht van de nieuwe regeling en/of de onevenredige financiële gevolgen daarvan in strijd komen met de algemene rechtsbeginselen en/of met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Volgens het hof mochten werkgevers er in goed vertrouwen van uitgaan dat zij niet met de nadelige gevolgen zouden worden geconfronteerd van de nieuwe regeling, tot het moment waarop voor hen duidelijk moest zijn dat de wetgever het systeem van premieheffing zodanig zou wijzigen dat het ziek worden van werknemers met een tijdelijk dienstverband voor hen tot verhoging van hun individuele premielasten zou (kunnen) leiden, ook over premietijdvakken na hun uitdiensttreding. In zoverre heeft de invoering van de nieuwe regeling gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokken werkgevers aangetast. Het gerechtshof merkt nog op dat bij de doelstelling van de nieuwe regeling een overgangsregeling passend ware geweest, waarbij het jaar 2014 (of eventueel ook 2013) als eerste refertejaar had gegolden. De keuze van de wetgever om heffing niet later in te laten gaan dan per 1 januari 2014 was (nagenoeg) uitsluitend gebaseerd op redenen van budgettaire aard. Van een specifieke en dwingende reden voor de aantasting van de gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokken werkgevers is volgens het gerechtshof aldus geen sprake, waardoor de regeling in strijd te achten is met artikel 1 EP. Het voorgaande is volgens het gerechtshof niet alleen van toepassing op belanghebbende maar ook op (alle) andere werkgevers in vergelijkbare omstandigheden.
Werkgever heeft geen informatieplicht over aanstaande reorganisatie (met sociaal plan) bij beëindiging met wederzijds goedvinden
In AR 2017-1526 oordeelt het hof – anders dan de kantonrechter – dat de werkgever zijn informatieplicht bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst niet heeft geschonden. In casu sloot werknemer een beëindigingsregeling met de werkgever zonder vergoeding. Enige tijd daarna kondigde de werkgever een reorganisatie aan met een C=1-vergoeding. Volgens de werknemer had de werkgever hem moeten informeren en wegens dit gebrek de ‘schade’ vergoeden. Bij de kantonrechter kreeg werknemer gelijk. Het hof oordeelde anders. Het is een feit van algemene bekendheid dat reorganisaties leiden tot veel onrust onder werknemers. Van een werkgever kan reeds om die reden in beginsel niet worden gevergd dat hij – in een (te) vroeg stadium – werknemers informeert over een voorgenomen reorganisatie, waarover nog geen advies aan de OR is gevraagd en nog onzekerheid bestaat over de precieze invulling ervan. Vast staat dat werknemer de vaststellingsovereenkomst heeft ondertekend op 21 februari 2012 en dat VU pas op 2 april 2012 advies aan de ondernemingsraad heeft gevraagd in verband met de voorgenomen reorganisatie. Zolang de reorganisatieplannen nog niet concreet waren uitgewerkt en de OR nog niet om advies was gevraagd, kon van VU redelijkerwijs niet worden verlangd dat zij werknemer hierover informeerde. Het hof is derhalve van oordeel dat van een spreekplicht in de periode voorafgaand aan de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst door VU jegens werknemer geen sprake was.
Werknemer gebonden aan wijziging primaire arbeidsvoorwaarden door OR middels incorporatiebeding
In AR 2017-1522 oordeelt de kantonrechter dat de werknemer krachtens het door hem getekende incorporatiebeding gebonden is aan wijzigingen die de werkgever met de OR heeft afgesproken. Dat het in casu om primaire arbeidsvoorwaarden gaat doet niet ter zake. Met de ondertekening van het incorporatiebeding heeft werknemer ingestemd dat de OR namens hem onderhandelt. Aldus is sprake van een tweezijdige instemming (vooraf).
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Hof van Justitie van de Europese Unie Verordening (EG) nr. 561/2006 verbiedt doorbrengen rusttijd in voertuig. 20-12-2017
- Hof van Justitie van de Europese Unie Uitleg raamovereenkomst arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd. Begrip ‘arbeidsvoorwaarden’ omvat voor een in een parlementaire functie gekozen werknemer het recht dat hem de mogelijkheid wordt geboden te profiteren van verlof wegens bijzondere diensten. Volledig uitsluiten verlof in verband met politiek mandaat voor werknemers in tijdelijke dienst, is in strijd met raamovereenkomst. 20-12-2017
Hoge Raad
- Hoge Raad Rechter is niet verplicht voorzieningen te treffen voor de onderbreking van de arbeidsovereenkomst bij herstel. 22-12-2017
- Hoge Raad Indien een zaak meervoudig wordt beslist, dan dient een aan de beslissing voorafgaande mondelinge behandeling in beginsel plaats te vinden ten overstaan van de drie rechters of raadsheren die de beslissing zullen nemen. 22-12-2017
- Hoge Raad Caribische zaak. Schadevergoeding wegens schending van een (inspannings)verplichting om werkneemster daadwerkelijk te laten profiteren van expatregeling. Artikel 81 Wet RO. 22-12-2017
- Hoge Raad Kennelijk onredelijk ontslag. Wettelijke rente wordt verschuldigd met ingang van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst als gevolg van de opzegging eindigt, niet vanaf de datum van de dagvaarding. 22-12-2017
- Hoge Raad UWV weigert ten onrechte ontslagvergunningen en handelt onrechtmatig. Artikel 81 Wet RO. 22-12-2017
- Hoge Raad Vergoeding schade als gevolg van opgelegde loonsanctie. Uitzondering op de zogeheten tweeconclusieregel indien de wederpartij ondubbelzinnig erin heeft toegestemd dat het nieuwe verweer alsnog in de rechtsstrijd wordt betrokken is niet van toepassing. 22-12-2017
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Afwijzing a-grond. Geen sprake van een ‘redelijke’ grond, nu werkgever teleurgesteld is in het functioneren van werkneemster in een functie die voor haar gecreëerd is. 21-12-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Kantonrechter matigt ten onrechte gefixeerde schadevergoeding op de grond dat werknemer kennelijk heeft gedacht dat hij nog vrijheid van handelen had omdat de arbeidsperiode nog niet aangebroken was. Hof vernietigt de beschikking en veroordeelt werknemer alsnog tot voldoening van volledige gefixeerde schadevergoeding. 21-12-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ontslag op staande voet. Werkgeefster wordt op grond van een rechterlijk vermoeden voorshands geslaagd geacht in de bewijslast van een deel van de dringende reden. Werkneemster wordt in zoverre tot tegenbewijs toegelaten (declaratiewijze echtgenoot). Werkgeefster wordt voor het overige deel tot bewijs van de dringende reden toegelaten (medewerking daaraan). 21-12-2017
- Gerechtshof Den Haag Werkgever is geen onregelmatigheidstoeslag verschuldigd over levensfasebudget-uren, die niet als vakantie-uren kunnen worden aangemerkt. Doel van levensfasebudget-uren is niet recuperatie, maar duurzame inzetbaarheid van de werknemer in elke levensfase. 19-12-2017
- Gerechtshof Den Haag Geen spreekplicht werkgever t.a.v. voorgenomen reorganisatie. Beëindigingsovereenkomst is rechtsgeldig. Werknemer veroordeeld tot terugbetaling vergoeding. 12-12-2017
- Gerechtshof Den Haag Geen spreekplicht werkgever t.a.v. voorgenomen reorganisatie. Beëindigingsovereenkomst is rechtsgeldig. Werknemer veroordeeld tot terugbetaling vergoeding. 12-12-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Doordat de beoogde directeur gedurende drie dagen voor het ingaan van het arbeidscontract werkzaamheden heeft verricht, is het ontslag buiten de proeftijd gegeven. Loondoorbetalingsvordering toegewezen. 05-12-2017
- Gerechtshof Amsterdam De materiële terugwerkende kracht van de Wet BeZaVa/Besluit Wfsv en/of de onevenredige financiële gevolgen daarvan zijn in strijd met de algemene rechtsbeginselen en/of met artikel 1 van het Eerste Protocol (‘EP’) bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. 01-11-2017
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Schorsing van het overeengekomen concurrentiebeding vooruitlopend op de uitspraak van de rechter in de bodemzaak, nu werknemer onbillijk wordt benadeeld door het beding. 21-12-2017
- Rechtbank Overijssel Gevorderde commissievergoeding voor bemiddeling in betaald voetbal toegewezen. Niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van het ongeoorloofd “dienen van twee heren” ex artikel 7:417 BW of een andere belangenverstrengeling en het schenden van de mededelingsplicht ex artikel 7:418 BW. 20-12-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Executiegeschil. Hoewel werknemer op verzoek en sommatie niet op het werk is verschenen, heeft hij waarschijnlijk wel recht op loon gezien cassatierechtspraak 'Mak/SGBO'. 19-12-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Toegepaste uitzendconstructie SW-geïndiceerde werknemers is in strijd met doel en strekking van de WSW. Werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben met de uitzenddochter, hebben feitelijk een arbeidsovereenkomst met Alescon. 19-12-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Het (onder meer) plaatsen van uitlatingen door de werknemer op LinkedIn over zijn opdrachtgever en collega’s levert geen redelijke grond voor ontbinding op. 18-12-2017
- Rechtbank Noord-Holland Schending relatiebeding werknemer. Relatiebeding is geldig ex artikel 9a lid 1 Waadi, omdat het werk primair onder leiding en toezicht van werkgever zelf is verricht, en niet onder leiding en toezicht van een ander. Toewijzing boete van € 7.500; de gevraagde matiging wordt afgewezen, onder andere omdat de werknemer de waarheidsverplichting van artikel 21 Rv heeft geschonden. 14-12-2017
- Rechtbank Limburg Door partijen toegezonden regeling integraal in beschikking opgenomen. 14-12-2017
- Rechtbank Limburg In dit geval bevat de individuele arbeidsovereenkomst een zogenoemd incorporatiebeding, dat inhoudt dat bestaande en toekomstige afspraken tussen ondernemer en ondernemingsraad doorwerken in de arbeidsovereenkomst. Dit geldt ook voor wijzigingen ten aanzien van de primaire arbeidsvoorwaarden. 13-12-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Geen sprake van een zwaarwegend bedrijfsbelang dat zich verzet tegen het opnemen van ouderschapsverlof door werknemer. Dat het mogelijk lastig is externe kandidaten te vinden voor vervanging van werknemer is niet doorslaggevend. 13-12-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Nu geen sprake is van aanbod en aanvaarding, is er geen arbeidsovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen. Wel dient Y na de afgebroken onderhandelingen en het herroepen van het aanbod schade ( € 27.500) te vergoeden aan A. 13-12-2017
- Rechtbank Limburg Onterecht ontslag op staande voet. Bij de hoogte van de billijke vergoeding heeft de kantonrechter rekening gehouden met de mate van verwijtbaarheid van het onterecht gegeven ontslag en de inkomensschade die werknemer lijdt. 12-12-2017
- Rechtbank Limburg Het laten voortbestaan van een inhoudsloze arbeidsovereenkomst getuigt niet van slecht werkgeverschap. Ontbindingsverzoek werknemer wordt toegewezen zonder transitievergoeding en billijke vergoeding. 11-12-2017
- Rechtbank Noord-Holland Procedure over transitievergoeding, billijke vergoeding, achterstallig loon en salarisspecificaties na onregelmatige opzegging van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. (Gedeeltelijke) toekenning aan werknemer van vergoeding op alle onderdelen. 11-12-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft werkgever niet geïnformeerd over de intrekking van zijn VGB. Gelet op zijn vertrouwensfunctie is dit ernstig verwijtbaar. 07-12-2017
- Rechtbank Noord-Holland Onterecht ontslag op staande voet. De kantonrechter ziet in dit geval geen reden om de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering te brengen op de billijke vergoeding. 05-12-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer wordt toegewezen, nadat werkgever ontbindingsverzoek heeft ingetrokken. Ernstig verwijtbaar handelen werkgever leidt tot toekenning van billijke vergoeding van bijna € 25.000 (gebaseerd op geschat inkomensverlies werknemer). 27-11-2017
- Rechtbank Noord-Holland Loon tijdens vakantie niet alleen over basisloon, maar ook over onregelmatigheidstoeslag (ORT). Afwijking van artikel 7:639 bij CAO is niet rechtsgeldig. 22-11-2017
- Rechtbank Gelderland Aannemelijk dat relatiebeding en geheimhoudingsbeding zijn overtreden door voormalig werknemer: oplegging verbod met dwangsom bij overtreding. Concurrentiebeding inmiddels geëindigd. Inbreuk op auteursrechten aangenomen. Werknemer draait op voor juridische kosten en kosten conservatoire bewijsbeslag. 20-11-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Voldoende grond voor werkgever om werknemer uit eigen functie te ontheffen, onder gelijktijdige aanbieding van een soortgelijke functie zonder managementtaken, met behoud van alle arbeidsrechtelijke voorwaarden. 10-11-2017
- Rechtbank Noord-Holland Uitleg artikel 25 WIA/7:629 BW en Haviltex. Is werkgever na opgelegde loonsanctie na tweede ziektejaar 80 procent van laatstverdiende loon verschuldigd zoals ook in het tweede ziektejaar is betaald, of slechts 70 procent van het wettelijk maximumdagloon? 03-11-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ongewenste seksueel getinte opmerkingen van docent leveren geen e-grond op, nu de docent heeft aangegeven dat hij zijn spreekstijl en zijn houding zal aanpassen door zakelijker te zijn. Wel ontbinding op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. 31-10-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Afwijzing ontbindingsverzoek op e-grond of g-grond. Niet is aangetoond dat werknemer als treinmachinist onbevoegd heeft gereden. Een verstoorde relatie tussen werknemer en zijn direct leidinggevende maakt nog niet dat dit geldt voor de gehele organisatie, temeer daar inhoudelijk niets op het functioneren van de werknemer is aan te merken. 27-10-2017
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding. Werkgever heeft onder meer druk uitgeoefend op zieke werkneemster, wetende dat zij spanning en stress moest vermijden. Ernstig verwijtbaar handelen werkgever leidt tot toekenning billijke vergoeding (€ 15.000) naar schatting van inkomensschade. 20-10-2017
- Rechtbank Limburg Er is geen sprake van (onregelmatige) opzegging van de detacheringsovereenkomst waarop de ABU-cao van toepassing is. 02-10-2017
- Rechtbank Limburg Nu de stellingen van partijen over de dringende reden voor ontslag op staande voet uiteenlopen en deze dringende reden niet is vastgelegd, heeft werkgever niet voldaan aan zijn stel- en bewijsplicht terzake. Vernietiging ontslag op staande voet. 19-09-2017
- Rechtbank Noord-Holland Toewijzing wedertewerkstelling in kort geding. De onmiddellijke reactie van werkgever om tot schorsing over te gaan en daarbij een reeds beschikbare beëindigingsovereenkomst voor te leggen, nadat partijen het niet eens zijn geworden over een salarisverhoging, is een niet proportionele reactie geweest. 26-04-2017