Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
VAAN LUSTRUM
Heeft u zich al aangemeld voor het VAAN Lustrumcongres op donderdag 28 juni a.s.? Dat kan nog via deze link.
AR Annotatie Loe Sprengers: Hoe marginaal is de toetsing door de Ondernemingskamer?
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Loe Sprengers bij de beschikking van de Hoge Raad inzake Holland Casino (AR 2018-0611). In zijn noot staat Sprengers stil bij de vraag hoe marginaal de toetsing van de rechter is in het kader van artikel 26 lid 4 WOR (redelijkheidstoetsing van het gewraakte besluit). Sprengers plaatst de beschikking van de Hoge Raad in de context van eerdere rechtspraak en betrekt verschillende standpunten uit de literatuur om de omvang van ‘marginaliteit’ te toetsen. Hij concludeert dat de Hoge Raad geenszins heeft beoogd de toetsing van de OK aan banden te leggen. Marginaal verwijst naar de positie waar de rechter zich in een besluitvormingsproces bevindt, te weten aan de zijlijn en niet op de stoel van de ondernemer, maar wel met de vrijheid en de taak om in volle omvang te toetsen of de ondernemer zijn beleidsvrijheid op een redelijke wijze heeft uitgeoefend, aldus Sprengers. Klik hier om deze voor de medezeggenschapspraktijk belangrijke beschikking en reflectie te lezen.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Twee keer Hoge Raad en billijke vergoeding
Vrijdag 8 juni jl. wees de Hoge Raad twee nieuwe beschikkingen waarin de billijke vergoeding onderwerp van geschil was. De eerste beschikking (AR 2018-0663) heeft betrekking op een artikel 7:671c BW-procedure (werknemersontbindingsverzoek). De tweede beschikking (AR 2018-0664) ziet op de billijke vergoeding als alternatief voor herstel in hoger beroep (art. 7:683 BW). Voor beide procedures geldt als uitgangspunt de gezichtspunten van New Hairstyle bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding.
Rechter hoeft niet te motiveren waarom de billijke vergoeding aanmerkelijk lager uitvalt dan in eerste aanleg
In AR 2018-0663 oordeelt de Hoge Raad dat de appèlrechter niet hoeft te motiveren waarom de billijke vergoeding nog maar een derde bedraagt van het bedrag wat de kantonrechter toewees. De rechter dient aan de hand van alle omstandigheden van het geval de vergoeding te motiveren. Daar voegt de Hoge Raad nog het volgende aan toe: ‘Daarbij is van belang dat de omvang van de toe te kennen billijke vergoeding zich naar haar aard moeilijk laat motiveren.’
Rechter heeft discretionaire bevoegdheid wel/niet toekennen van een billijke vergoeding
In AR 2018-0664 deed zich de situatie voor dat de kantonrechter ten onrechte de arbeidsovereenkomst had beëindigd, maar de appèlrechter ‘herstelveroordeling van de arbeidsovereenkomst niet in de rede’ achtte. Volgens de werknemer brengt artikel 7:683 lid 3 BW in zo’n geval met zich dat de appèlrechter dan een billijke vergoeding moet toekennen. Het is immers het een of het ander; herstel of een vergoeding. De appèlrechter had gezien de omstandigheden de werknemer evenwel geen vergoeding toegekend. Volgens de Hoge Raad is dit oordeel juist: artikel 7:683 lid 3 BW bepaalt dat de rechter de werkgever kan veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen. Volgens de wettekst bestaat dus geen verplichting voor de rechter op dit punt. De toelichting bevat geen duidelijke aanwijzingen dat die verplichting desalniettemin wel is beoogd. Daarmee heeft de rechter dus ook de bevoegdheid om in voorkomend geval geen billijke vergoeding toe te kennen. De rechter dient in de motivering van zijn oordeel inzicht te geven in de omstandigheden die tot de beslissing over (de hoogte van) de vergoeding hebben geleid.
Foto van werkagenda onvoldoende bewijs van overwerk
In AR 2018-0665 oordeelt de kantonrechter over de vraag of werknemer recht heeft op overwerkvergoeding. Volgens de werknemer heeft hij structureel meer gewerkt. Om zijn stelling te bewijzen overlegt hij foto’s van de ‘werkagenda’. Volgens de kantonrechter kan hieruit niet worden afgeleid dat ook feitelijk arbeid is verricht. De werkagenda was aan verandering onderhevig en bovendien had de werkgever de afspraken niet geaccordeerd. Omdat de bewijslast op werknemer rust en hij niet in bewijslevering is geslaagd, faalt zijn vordering.
Exact hetzelfde werk via een andere werkgever is onvoldoende voor opvolgend werkgeverschap
In AR 2018-669 oordeelt de kantonrechter dat de stelling van werknemer dat hij exact hetzelfde werk verricht bij de nieuwe werkgever, onvoldoende is om opvolgend werkgeverschap aan te nemen. De toepassing van die stelling zou namelijk kunnen leiden tot het ongerijmde gevolg dat een werknemer door indiensttreding bij een nieuwe werkgever met medeneming van werk, die nieuwe werkgever geheel buiten diens invloed en wil zou kunnen ‘bombarderen’ tot opvolgend werkgever. Naar het oordeel van de kantonrechter kan in dit geval Tzorg niet als opvolgend werkgever van TSN worden aangemerkt. Hierbij is het volgende van belang. Na het einde van de arbeidsovereenkomst met TSN, is werknemer opnieuw bij Tzorg in dienst getreden en heeft hij eigener beweging meerdere cliënten meegenomen die vanaf dat moment zorg afnamen van Tzorg. Deze overgang is aldus buiten de invloed van Tzorg of TSN geschied.
Onbillijke uitkomst inkomstenverrekening in de WW, geen reden om de inkomstenverrekening achterwege te laten
In SZR 2018-0054 stelt appellant dat de inkomstenverrekening op grond van artikel 47 van de WW leidt tot een onbillijke uitkomst, omdat hij onevenredig wordt getroffen door de combinatie van de maximering van zijn dagloon en de verrekening van zijn neveninkomen. Appellant verkeert hierdoor in een ongunstigere situatie ten opzichte van de situatie van vóór 1 juli 2015, toen het dagloon werd gebaseerd op de dienstbetrekking waaruit men werkloos werd en inkomen uit een (andere) doorlopende (neven)dienstbetrekking niet werd gekort op de WW‑uitkering. De Raad oordeelt dat de wetgever rekening heeft gehouden met deze situatie door te bepalen dat niet het volledige inkomen in mindering wordt gebracht op de WW-uitkering. Van bijzondere omstandigheden die moeten leiden tot het buiten toepassing laten van de wet is daarom geen sprake.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hoge Raad
- Hoge Raad Appèlrechter heeft discretionaire bevoegdheid wat het wel of niet toekennen van een billijke vergoeding betreft in geval sprake is van onterechte ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Billijke vergoeding in appèl aan de hand van New Hairstyle. 08-06-2018
- Hoge Raad Niet-limitatieve gezichtspunten New Hairstyle gelden ook in artikel 7:671c BW-procedure. Appèlrechter hoeft niet te motiveren waarom de billijke vergoeding in hoger beroep drastisch naar beneden toe afwijkt (1/3 van toewijzing kantonrechter), mits de motivering van de billijke vergoeding door het hof zelf dragend is. 08-06-2018
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkgeefster verbeurt ten onrechte boete als gevolg van het verrichten van nevenwerkzaamheden. Hoewel een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, hadden werknemer en werkgeefster duidelijk afspraken gemaakt over een gedoogbeleid. Geen sprake van feiten of omstandigheden die dit anders maken. 05-06-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer krijgt acute hernia op de werkvloer en is daarna volledig arbeidsongeschikt. Dit is niet aan werkgeefster toe te rekenen, zodat het daaropvolgende ontslag niet kennelijk onredelijk is. De gevolgen in de financiële situatie van werknemer zijn te wijten aan zijn eigen arbeidsongeschiktheid en niet aan het ontslag. 05-06-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Belegde broodjes zijn bakkersproducten als bedoeld in het verplichtstellingsbesluit bedrijfstakpensioenfonds bakkersbedrijf. 05-06-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Uit de bij de ontslagaanvraag bekende stukken blijkt dat werkneemster verwijtbaar niet heeft meegewerkt aan haar re-integratie. Geen sprake van een kennelijk onredelijk ontslag. 05-06-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Alle omstandigheden wegen mee bij de kennelijk onredelijk ontslagtoets. Het hof ziet geen aanleiding om een hogere vergoeding toe te kennen nu de verwachting bestond dat werknemer na ongeveer twee jaar weer een hoger salaris zou genieten. 05-06-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer behoudt recht op bonus en salarisverhoging door werkgever, ondanks door partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. Dat werknemer zijn taak onvoldoende heeft vervuld is door werkgever onvoldoende onderbouwd. 05-06-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemersaansprakelijkheid na vervalsen handtekening van CEO voor afsluiten overeenkomsten. Er is sprake van opzettelijk handelen door werknemer. Verwijzing naar schadestaatprocedure voor omvang schade. 05-06-2018
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet van werknemer van ambassade houdt geen stand. Het loopt niet zozeer stuk op het niet vragen van toestemming aan het UWV voor ontslag (dat was namelijk niet nodig), maar wel op het opzegverbod tijdens ziekte. 05-06-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Beëindiging arbeidsovereenkomst met statutair bestuurder, h-grond. Arbeidsovereenkomst is inhoudsloos geworden na beëindiging van positie van statutair bestuurder. Dat onenigheid over een vertrekvergoeding in verband met de WNT tot een verslechterde onderlinge relatie heeft geleid, valt werkgever niet ernstig te verwijten. 31-05-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemersaansprakelijkheid na vervalsen handtekening van CEO voor afsluiten overeenkomsten. Er is sprake van opzettelijk handelen door werknemer. Verwijzing naar schadestaatprocedure voor omvang schade. 05-12-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Comparatie gelast om tot minnelijke regeling te komen omtrent verrichten van nevenwerkzaamheden. 23-05-2017
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ontslagen matroos vordert loon in kort geding. Naar voorlopig oordeel hebben partijen beoogd met elkaar een zee-arbeidsovereenkomst aan te gaan en geen gemengde arbeidsovereenkomst. Huidige kantonrechter is daarom onbevoegd en verwijst de zaak ex artikel 7:705 BW naar de kantonrechter te Rotterdam. 07-06-2018
- Rechtbank Limburg De kantonrechter acht zich bevoegd omdat de vorderingen voortvloeien uit de CAO en gegrond zijn op artikel 25 van de Wet BPF 2000. 06-06-2018
- Rechtbank Limburg Afwijzing verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst zieke werkneemster. Anders dan eerste bedrijfsarts oordelen andere (bedrijfs)artsen dat wel degelijk sprake is van ziekte. Arbeid waarbij drie keer per week 500 kilometer woon-werkverkeer moet worden afgelegd, is op basis van deskundigenoordeel niet passend. 06-06-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Weigering om werkneemster – na afgewezen ontbindingsverzoek – toe te laten tot werkhervatting is in strijd met goed werkgeverschap. 31-05-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Overplaatsing docent behoort tot instructiebevoegdheid werkgever (art. 7:660 BW) en leidt niet tot ongeoorloofde wijziging van arbeidsvoorwaarden. Het voortbestaan van de opleiding (en in samenhang daarmee het team) Horeca weegt zwaarder dan de wens van werknemer om in het team Horeca werkzaam te blijven. 30-05-2018
- Rechtbank Limburg Vordering tot uitbetaling overuren afgewezen, omdat foto’s van de werkagenda niet zonder meer als urenverantwoording kunnen dienen. 30-05-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Geen arbeidsovereenkomst maar overeenkomst van opdracht, omdat opdrachtneemster met grote mate van vrijblijvendheid werkzaamheden heeft verricht. 30-05-2018
- Rechtbank Rotterdam Werkgever dient verzoek tot herziening ontbindingsbeschikking wegens bedrog door werknemer (die betrokken is geweest bij omkoping) te laat in, omdat werkgever eerder al met feiten en omstandigheden waaruit bedrog blijkt bekend was. 29-05-2018
- Rechtbank Limburg Kort geding. Loonvordering en aanverwante vorderingen worden grotendeels toegewezen. Betalingsonmacht van werkgever ontslaat Taart Zaak niet van (betalings)verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. 29-05-2018
- Rechtbank Limburg Slechts een gedeelte van het aan Poolse werknemer medegedeeld feitencomplex bij ontslag op staande voet is in rechte komen vast te staan. Toewijzing gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding van € 4.800. 28-05-2018
- Rechtbank Noord-Holland Ontbindingsverzoek werkgeefster strandt. Werkneemster heeft herhaaldelijk proactief gehandeld toen zij vernam dat klachten over haar functioneren zouden bestaan. Het dossier van werkgeefster is daarentegen flinterdun en gestoeld op niet-transparante verklaringen. Vrijwel meteen aansturen op ontbinding getuigt niet van goed werkgeverschap. 25-05-2018
- Rechtbank Noord-Holland Werknemer terecht op staande voet ontslagen in verband met vechtpartij met collega op werkvloer. Tegenverzoek werkgever vergoeding ex artikel 7:677 lid 2 te laat ingediend. 25-05-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Ontslag statutair bestuurder niet rechtsgeldig. Onbevoegd bestuurder tijdens AVA, geen voornemen tot ontslag en gronden zijn niet voorafgaand aan AVA bekend gemaakt. Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek. 24-05-2018
- Rechtbank Noord-Holland Werkneemster heeft vakantiedagen opgenomen voordat deze zijn opgebouwd. Werkgever mag te veel genoten vakantiedagen in eindafrekening verrekenen. 23-05-2018
- Rechtbank Limburg Werknemer spreekt werkgever op grond van artikel 7:658 BW aan wegens nek-, rug- en schouderklachten. Verband tussen de gezondheidsklachten en de arbeidsomstandigheden is te onbepaald en te onzeker. 23-05-2018
- Rechtbank Den Haag Vervaltermijn ex artikel 7:686a lid 4 onderdeel b BW ook van toepassing wanneer een werkgever zich verweert met een beroep op de overbruggingsregeling transitievergoeding. 09-05-2018
- Rechtbank Noord-Holland Werkgever slaagt niet in bewijsopdracht. Geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Niet bewezen dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal of verduistering. Ook werknemer slaagt niet in bewijsopdracht. Niet bewezen dat sprake is van opvolgend werkgeverschap. 04-05-2018
- Rechtbank Den Haag Dat een werknemer exact dezelfde werkzaamheden voor opvolgende werkgever verricht, impliceert niet dat sprake is van een opvolgend werkgeverschap. 04-05-2018
- Rechtbank Den Haag Toepasselijkheid ketenregeling na uitzendovereenkomsten. Sprake van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die niet door werkgever is opgezegd. Wedertewerkstelling en doorbetaling van loon. 03-05-2018
- Rechtbank Rotterdam De kantonrechter heeft de overtuiging gekregen dat het handelen van werknemer er niet zozeer op gericht is om KPN te benadelen, als wel ingegeven wordt door de wijze waarop hij als de persoon die hij is, voor zijn rechten opkomt. Geen voldragen e-grond, wel ontbinding op de g-grond. 26-04-2018
- Rechtbank Overijssel Voornemen prejudiciële vragen aan Hoge Raad. Zijn de vennoten van een vennootschap onder firma werkgever indien de vennootschap onder firma een arbeidsovereenkomst sluit met een werknemer? 25-04-2018
- Rechtbank Limburg Werkgever verschijnt niet in procedure over ontslag op staande voet. Verzoek werknemer om toekenning billijke vergoeding, gefixeerde schadevergoeding en transitievergoeding komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat het wordt toegewezen. 18-04-2018
- Rechtbank Gelderland Bij uitzendconstructies is het irrelevant wie feitelijk instructiebevoegdheid geniet; het gaat om de rechtsverhouding waaraan de instructiebevoegdheid is ontleend. Ontbindingsverzoek afgewezen omdat arbeidsovereenkomst reeds van rechtswege is geëindigd. Uitzender snijdt zichzelf in de vingers door (extra) cao van toepassing te verklaren. 09-03-2018
- Rechtbank Noord-Holland Bewijsopdracht. Werkgever wordt toegelaten tot het leveren van schriftelijk bewijs dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal dan wel verduistering. Werknemer wordt toegelaten tot het leveren van schriftelijk bewijs dat sprake is van opvolgend werkgeverschap. 16-02-2018