Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
HR: klachtplicht (6:89 BW) is ook van toepassing op loonvorderingen, maar aard van de rechtsrelatie is van belang bij inkleuring of aan klachtplicht is voldaan
In AR 2024-1178 en AR 2024-1179 oordeelt de Hoge Raad over de vraag of de klachtplicht (art. 6:89 BW) ook geldt in het arbeidsrecht, meer in het bijzonder bij loonvorderingen. Artikel 6:89 BW is in beginsel van toepassing op alle verbintenissen, waaronder die uit hoofde van een arbeidsovereenkomst en die tot betaling van een geldsom. Dat laat onverlet dat de aard en inhoud van de rechtsverhouding en de aard en inhoud van de prestatie wel behoren tot de omstandigheden die van belang zijn bij de beoordeling of de schuldeiser aan zijn klachtplicht heeft voldaan. Gelet op de strekking van artikel 6:89 BW, alsmede op de bewoordingen waarin de bepaling is gesteld – nu daarin wordt gesproken over ‘een gebrek in de prestatie’ –, ziet artikel 6:89 BW slechts op gevallen van ondeugdelijke nakoming en niet (mede) op gevallen waarin in het geheel geen prestatie is verricht. Het niet volledig betalen van loon of een overwerkvergoeding is niet naar zijn aard het in het geheel niet verrichten van een prestatie. Of in een concreet geval gedeeltelijk is gepresteerd of in het geheel niet, hangt af van de omstandigheden van het geval, aldus de Hoge Raad.
Volgens de Hoge Raad heeft het hof evenwel onbegrijpelijk gemotiveerd waarom werknemers niet aan hun klachtplicht hebben voldaan, nu zij wel kenbaar hebben gemaakt aanspraak te maken op een vergoeding voor overwerk, het steeds klagen over juiste toepassing van de cao de arbeidsverhouding onder druk zet en de werkgever op grond van de Arbeidstijdenwet gehouden is de werktijden te registreren. Een genuanceerde uitspraak met ‘the devil’s in the details’.
HvJ EU: ratione temporis van Richtlijn bepaalde tijd en verworven anciënniteit voorafgaand aan implementatietermijn richtlijn.
In AR 2024-1189 oordeelt het Hof van Justitie EU over de vraag of opgebouwde anciënniteit tijdens tijdelijke arbeidsovereenkomsten voorafgaand aan de implementatietermijn van de richtlijn, doortellen na verstrijking van de implementatietermijn. Volgens de verwijzende rechter zou dit een verboden vorm van terugwerkende kracht bewerkstelligen. Het Hof oordeelt anders. De richtlijn heeft geen terugwerkende kracht, maar na het verstrijken van de implementatietermijn moeten de toekomstige gevolgen van een bepaalde gedraging uit het verleden naar het recht van de richtlijn worden toegepast. Dit betekent dat verworven anciënniteit die relevant is voor de hoogte van de beloning, moet worden betrokken bij de toets of werknemers gelijk worden behandeld (non-discriminatiebeginsel, clausule 4).
Ktr./hof: drie keer concurrentiebeding, een serieus beding!
In AR 2024-1186 oordeelt de kantonrechter dat een temporeel bereik van 24 te lang is en matigt de duur tot 12 maanden. Voor het overige wordt werknemer met een kort dienstverband bij ex-werkgever gehouden aan het beding.
In AR 2024-1185 oordeelt het hof dat werkneemster specifieke kennis van strategie, prijsopbouw en klantenkring heeft, dat bij overstap naar de concurrentie reëel verlies van klanten dreigt alsmede ernstige aantasting van het bedrijfsdebiet. Omdat het geheimhoudingsbeding alleen onvoldoende bescherming biedt en enige positieverbetering van werkneemster niet voldoende zal zijn om anders te oordelen, zal de bodemrechter naar verwachting de werkingsduur van zowel het concurrentiebeding als het relatiebeding beperken tot één jaar en oordelen dat werkneemster dan in verhouding tot het te beschermen belang van werkgever door de beide onderhavige bedingen niet onbillijk wordt benadeeld.
In AR 2024-1167 oordeelt de kantonrechter dat werknemer aan het concurrentiebeding blijft gebonden, ondanks een positieverbetering van ruim 40% bij de nieuwe werkgever. Dat is inderdaad een aanzienlijke positieverbetering, maar roept tegelijkertijd vraagtekens op over de motieven van de nieuwe werkgever om een dergelijk hoog salaris aan eiser aan te bieden. Werknemer voert ook aan dat zijn woon-werkverkeer wordt beperkt van vijf naar twee uur per dag en dat hij meer thuis kan werken. Dat werknemer daarbij belang heeft, is naar het oordeel van de kantonrechter wel duidelijk, ook gelet op de mantelzorg voor zijn grootouders, maar dit legt onvoldoende gewicht in de schaal.
Hof: Werkgeefster heeft niet aan haar herplaatsingsplicht voldaan. Hof acht het gezien de omvang van het concern (9.000 mensen wereldwijd) niet aannemelijk dat er helemaal geen functies waren of op korte termijn zouden komen die passend waren voor werknemer
In AR 2024-1161 oordeelt het hof dat van de werkgever in het kader van het herplaatsingsvereiste wordt verwacht dat hij actief onderzoekt of herplaatsing in een passende functie binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, mogelijk is. Het herplaatsingsvereiste strekt zich uit over de gehele groep waartoe de werkgever behoort en is dus niet beperkt tot Nederland.
Allereerst is niet vast komen te staan dat de leidinggevende van werknemer en de vicepresident binnen hun afdelingen en vervolgens HR daarbuiten hebben gekeken of er alternatieve functies voor werknemer waren. Los daarvan oordeelt het hof dat werkgeefster, indien zij wel actief op zoek zou zijn gegaan naar een andere functie voor werknemer, samen met werknemer in een gesprek had moeten inventariseren wat zijn wensen en mogelijkheden waren. Dit was nodig geweest voor een serieuze poging om werknemer te herplaatsen. Dit heeft zij niet gedaan. Daarnaast heeft werkgeefster alleen functies genoemd waarvoor werknemer niet geschikt zou zijn en zou werkgeefster afwijzend hebben gereageerd op de door werknemer voorgestelde functies. Het hof acht het gezien de omvang van het concern (9.000 mensen wereldwijd) niet aannemelijk dat er helemaal geen functies waren of op korte termijn zouden komen die passend waren voor werknemer. Dit alles maakt dat werkgeefster volgens het hof niet aan haar herplaatsingsplicht heeft voldaan.
Ktr.: Verpleegkundige ten onrechte op staande voet ontslagen, nadat zij een stagiaire heeft geadviseerd niet naar de stage te gaan omdat haar veiligheid niet kon worden gegarandeerd
In AR 2024-1165 oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet van een stagebegeleidster (mbo-verpleegkundige) onterecht is. Op 15 mei 2024 vernam werkneemster van collega’s dat de directeur van werkgeefster grensoverschrijdend gedrag zou hebben vertoond jegens een stagiaire. De dag daarop vernam werkneemster dat er spraak-/beeldopnames zouden circuleren die met dit voorval te maken hebben. Het ging om een filmpje waarop te zien was dat de directeur de piercing in de navel van de betreffende stagiaire kuste. Op 17 mei 2024 heeft een minderjarige leerling, van wie werkneemster de werkbegeleidster was, telefonisch contact met werkneemster opgenomen naar aanleiding van de rondgaande berichten over de directeur. Werkneemster heeft toen eerst overleg gehad met haar eigen werkbegeleider en de kwaliteitsmedewerker en pas daarna besloten om de door haar begeleide minderjarige stagiaire terug te bellen en deze te adviseren vooralsnog niet naar de stage te gaan. Zij heeft de directeur in dat gesprek niet beticht van grensoverschrijdend gedrag, zodat het verwijt van werkgeefster op dit punt geen hout snijdt. Dat werkneemster contact heeft opgenomen met de raad van commissarissen kan haar niet worden verweten, temeer niet daar zij eenzijdig en zonder toelichting was afgesloten van de systemen. Ook in die e-mail heeft werkneemster louter feitelijkheden gemeld en de directeur niet beschuldigd. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 9.500 bruto.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hoge Raad
- Hoge Raad Klachtplicht (art. 6:89 BW) is van toepassing op loonvorderingen. Aard en inhoud van de rechtsverhouding en aard en inhoud van de prestatie behoren tot de omstandigheden die van belang zijn bij de beoordeling of de schuldeiser aan zijn klachtplicht heeft voldaan. 20-09-2024
- Hoge Raad Klachtplicht (art. 6:89 BW) is van toepassing op loonvorderingen. Aard en inhoud van de rechtsverhouding en aard en inhoud van de prestatie behoren tot de omstandigheden die van belang zijn bij de beoordeling of de schuldeiser aan zijn klachtplicht heeft voldaan. 20-09-2024
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Is het tussen partijen geldende nevenwerkzaamhedenbeding nietig of ongeldig? 06-08-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkneemster beschikt over specifieke kennis en informatie waardoor werkgeefster kan worden benadeeld bij een overstap naar X, een concurrent van werkgeefster. Concurrentiebeding blijft in stand, maar wordt beperkt tot één jaar. 30-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemersaansprakelijkheid. Werknemer is opzettelijk betrokken geweest bij verdwijning van 77 laptops met toebehoren. Geen sprake van eigen schuld werkgever (art. 6:101 BW). Werknemer veroordeeld tot betaling aan werkgever van € 82.344,14. 25-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Onregelmatigheidstoeslag en overwerkvergoeding behoren tot vakantieloon vrachtwagenchauffeur. 23-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werkgeefster heeft niet aan haar herplaatsingsplicht voldaan. Hof acht het gezien de omvang van het concern (9.000 mensen wereldwijd) niet aannemelijk dat er helemaal geen functies waren of op korte termijn zouden komen die passend waren voor werknemer. 18-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ontslag op staande voet van een werknemer die al 35 jaar werkzaam is bij werkgever houdt geen stand. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond. 18-07-2024
- Gerechtshof Amsterdam Werkgever heeft met nabetaling aan werknemer van ruim € 8.000 de verschuldigde hoofdsommen voldaan. Vordering tot betaling van bonus over 2017 en 2018 toegewezen tot bedrag van € 2.660, waarbij wettelijke verhoging is gematigd tot 10%. 23-05-2023
- Gerechtshof Amsterdam Tussenarrest. Werkgever krijgt gelegenheid zich uit te laten over berekening werknemer ten aanzien van (mogelijk) achterstallig ziekengeld en diens aanspraak op een bonus over 2017 en 2018. 13-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Werkgever heeft met nabetaling aan werknemer van ruim € 5.600 bruto de verschuldigde hoofdsommen voldaan. 13-12-2022
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Kantonrechter ontbindt arbeidsovereenkomst tussen de staat en werknemer die verdacht wordt van het bezitten en naar buiten brengen van staatsgeheime informatie op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen. 20-09-2024
- Rechtbank Den Haag Arbeidsovereenkomst arbeidsongeschikte werkneemster beëindigd na ontslagvergunning UWV. Vorderingen werkneemster ten aanzien van afwikkeling dienstverband deels toe- en deels afgewezen. 17-09-2024
- Rechtbank Den Haag Kantonrechter stelt concurrentie- en relatiebeding opnieuw vast. Werkneemster alsnog gebonden aan concurrentiebeding; zij heeft dit overtreden. Matiging boete. 17-09-2024
- Rechtbank Noord-Holland Verpleegkundige is op staande voet ontslagen omdat zij een bewoonster heeft geduwd. Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Te zware sanctie. Ontbinding e-grond. 11-09-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Zzp’er is tijdens werk van het dak gevallen. Het alternatief scenario dat de opdrachtgever heeft geschetst, namelijk dat de zzp’er van een zeecontainer is gevallen, is onwaar en in strijd met de waarheid. 11-09-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Arbeidsovereenkomst van zieke werknemer wordt ontbonden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen, omdat hij niet op oproepen van werkgeefster, de bedrijfsarts en het UWV reageert. Geen recht op transitievergoeding. 09-09-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Kort geding met betrekking tot vordering betaling achterstallig loon. Werkgever is ten onrechte overgegaan tot stopzetting van het loon. 06-09-2024
- Rechtbank Rotterdam Causaal verband tussen werkomstandigheden en gezondheidsklachten is te onzeker en onbepaald voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Werkgever is proportioneel aansprakelijk voor 20% van de schade. 06-09-2024
- Rechtbank Rotterdam Werkgever heeft werknemer niet aangemeld bij de Belastingdienst en geen loonspecificaties verstrekt. Kantonrechter veroordeelt werkgever om loonaangiftes te doen en loonspecificaties te verstrekken, op straffe van dwangsom. 05-09-2024
- Rechtbank Rotterdam Ontslag op staande voet houdt geen stand. Een week voor het ontslag op staande voet had werkgever de arbeidsovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn bij brief opgezegd. Omdat werknemer geen vernietiging van die opzegging heeft gevorderd, staat deze in rechte vast. 03-09-2024
- Rechtbank Rotterdam Werknemer wil gaan werken bij een bedrijf dat onder de werkingssfeer valt van het concurrentiebeding. Werkgeefster wil dit voorkomen. Geen schorsing van het concurrentiebeding. 29-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Werkgeversaansprakelijkheid. Zaak leent zich niet voor een deelgeschil, nu nadere bewijslevering nodig is ten aanzien van de toedracht van het ongeval. 27-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Arbeidsovereenkomst basisschoolleerkracht ontbonden vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen/nalaten. Werkneemster komt zonder deugdelijke grond haar re-integratieverplichtingen niet na door niet te verschijnen op afspraken en onbereikbaar te zijn voor werkgever. 27-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Werkgever niet aansprakelijk voor schade als gevolg van arbeidsongeval werknemer. Op werkgever rustte geen plicht om werknemers (in het bijzonder) te waarschuwen voor plotseling dichtgaande liftdeuren. Geen schending zorgplicht. 23-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Verstekvonnis. Arbeidsovereenkomst is mondeling opgezegd. Werknemer berust in beëindiging. De verzoeken van werknemer worden toegewezen. 21-08-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Een werkgever die een hem bekende situatie geruime tijd laat voortbestaan, kan die later niet als dringende reden voor een ontslag op staande voet aan de betrokken werknemer tegenwerpen. Onterecht ontslag op staande voet. 16-08-2024
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding. Aan werknemer wordt een billijke vergoeding toegekend, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. 31-07-2024
- Rechtbank Rotterdam Financemanager zegt arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op zonder tussentijdse opzegmogelijkheid. Gematigde vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd. 24-07-2024
- Rechtbank Noord-Holland Ontbinding arbeidsovereenkomst werkneemster Rabobank op de e-grond. Zij had openheid moeten bieden over het beëindigen van haar klantrelatie door Rabobank vanwege ongebruikelijke transacties. 09-07-2024
- Rechtbank Rotterdam Werkgeefster wordt in gelegenheid gesteld reeds aangevraagd deskundigenoordeel over te leggen. Lange doorlooptijd UWV is geen reden om te oordelen dat in redelijkheid niet van werkgeefster gevergd kan worden dat zij een deskundigenoordeel overlegt. Beslissing aangehouden. 06-06-2024
- Rechtbank Gelderland Gemeente veroordeeld tot nabetaling salaris aan werkneemster van € 11.517,61 bruto, te vermeerderen met 17,05% IKB, vanwege ‘te veel gewerkte’ uren. 10-01-2024
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Arbeidsongeval in een penitentiaire inrichting leent zich niet voor deelgeschil omdat bewijslevering nodig is. 31-10-2023
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Amsterdam Verpleegkundige ten onrechte op staande voet ontslagen, nadat zij een stagiaire heeft geadviseerd niet naar de stage te gaan omdat haar veiligheid niet kon worden gegarandeerd. Geen dringende reden. Ontslag niet onverwijld gegeven. 2024-08-15
- Rechtbank Amsterdam Lunchmedewerkster is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en niet op basis van een overeenkomst van opdracht. 2024-09-06